In deze zaak gaat het om een schademelding na een watersportongeluk op Curaçao, waarbij een minderjarige bestuurder van een waterscooter in aanvaring kwam met een snorkelende verzoeker. De Hoge Raad behandelt de aansprakelijkheid van de minderjarige bestuurder, diens ouders en de oom die de waterscooter ter beschikking stelde. De zaak is ontstaan na een ongeval op 4 november 2007, waarbij de verzoeker ernstig letsel opliep. De verzoeker vorderde schadevergoeding en stelde dat de minderjarige, zijn ouders en de oom hoofdelijk aansprakelijk waren voor de schade. Het gerecht in eerste aanleg kende de vorderingen toe, maar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie vernietigde dit vonnis en verklaarde de ouders voor 50% aansprakelijk. De Hoge Raad oordeelt dat de minderjarige niet de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid in acht heeft genomen, maar dat de verzoeker ook eigen schuld heeft, omdat hij zonder herkenningsteken snorkelde in een gebied waar vaarverkeer was toegestaan. De Hoge Raad vernietigt het vonnis van het hof en verwijst de zaak terug voor verdere behandeling, waarbij de kosten van het geding in cassatie worden verhaald op de verweerders.