ECLI:NL:HR:2013:CA1969

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 juli 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
13/02204
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen het arrest van het hof inzake buitengerechtelijk akkoord en schuldregeling

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juli 2013 uitspraak gedaan in een cassatieberoep van verzoekster, die een verzoek had ingediend om instemming met een aangeboden schuldregeling. De zaak betreft een buitengerechtelijk akkoord in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP). De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof, waartegen verzoekster in cassatie is gegaan. De advocaat-generaal J. Wuisman heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van verzoekster heeft gereageerd. De Hoge Raad heeft de klachten in het cassatiemiddel beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van verzoekster, waarmee de eerdere uitspraken van de lagere rechters in stand blijven.

Uitspraak

12 juli 2013
Eerste Kamer
nr. 13/02204
RM/TJ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos.
Verzoekster zal hierna ook worden aangeduid als [verzoekster].

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
het vonnis in de zaak 429795/FT-RK 12.2681 van de rechtbank ’s-Gravenhage van 14 december 2012;
het arrest in de zaak 200.118.819/01 van het gerechtshof Den Haag van 18 april 2013.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [verzoekster] heeft bij brief van 31 mei 2013 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.E. Drion en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op
12 juli 2013.