ECLI:NL:HR:2013:CA0725

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 juli 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
11/04845
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen de Landinrichtingscommissie voor de Ruilverkaveling Doniawerstal inzake bezwaren tegen geldelijke regelingen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juli 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen de Landinrichtingscommissie voor de Ruilverkaveling Doniawerstal. De eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. K. Aantjes, had beroep in cassatie ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Leeuwarden, dat op 7 september 2011 was gewezen in de zaken 112102/HA ZA 11-348 en 112103 HA ZA 11-349. De rechtbank had in deze zaken een oordeel geveld over bezwaren die de eiser had ingediend tegen de lijst der geldelijke regelingen die door de Landinrichtingscommissie was vastgesteld. De Landinrichtingscommissie, vertegenwoordigd door de advocaten mr. M.W. Scheltema en mr. R.T. Wiegerink, concludeerde tot verwerping van het cassatieberoep. De Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot had in zijn conclusie eveneens geadviseerd om het beroep te verwerpen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit was volgens de Hoge Raad niet nodig, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de Landinrichtingscommissie zijn begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

12 juli 2013
Eerste Kamer
nr. 11/04845
LZ/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. P. Garretsen, thans mr. K. Aantjes,
t e g e n
LANDINRICHTINGSCOMMISSIE VOOR DE RUILVERKAVELING "DONIAWERSTAL",
zetelende te Leeuwarden,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaten: mr. M.W. Scheltema en mr. R.T. Wiegerink.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de Landinrichtingscommissie.

1.Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar het vonnis in de zaak 112102/HA ZA 11-348 en 112103 HA ZA 11-349 van de rechtbank Leeuwarden van 7 september 2011.
Het vonnis van de rechtbank is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het vonnis van de rechtbank heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Landinrichtingscommissie heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 30 mei 2013 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Landinrichtingscommissie begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en G. de Groot, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op
12 juli 2013.