ECLI:NL:HR:2013:CA0723

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 juli 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
11/02741
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen de Landinrichtingscommissie voor de Ruilverkaveling 'De Gouw' inzake bezwaren tegen geldelijke regelingen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juli 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen de Landinrichtingscommissie voor de Ruilverkaveling 'De Gouw'. De eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. K. Aantjes, had beroep in cassatie ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Alkmaar, dat op 21 april 2011 was gewezen. De rechtbank had in deze zaak een beslissing genomen over bezwaren van de eiser tegen de lijst der geldelijke regelingen die door de Landinrichtingscommissie was opgesteld. De Landinrichtingscommissie, vertegenwoordigd door mr. M.W. Scheltema, concludeerde tot verwerping van het cassatieberoep. De zaak werd verder toegelicht door de advocaten van beide partijen, waarbij de Landinrichtingscommissie ook werd bijgestaan door mr. R.T. Wiegerink, advocaat bij de Hoge Raad.

De Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot had in zijn conclusie ook geadviseerd om het beroep te verwerpen. De Hoge Raad heeft de aangevoerde klachten in de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien de klachten niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van de eiser verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Landinrichtingscommissie zijn begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth.

Uitspraak

12 juli 2013
Eerste Kamer
nr. 11/02741
LZ/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. P. Garretsen thans mr. K. Aantjes,
t e g e n
LANDINRICHTINGSCOMMISSIE VOOR DE RUILVERKAVELING "DE GOUW",
zetelende te Utrecht,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M.W. Scheltema.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de Landinrichtingscommissie.

1.Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar het vonnis in de zaak 127385/HA ZA 11-178 van de rechtbank Alkmaar van 21 april 2011.
Het vonnis van de rechtbank is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het vonnis van de rechtbank heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Landinrichtingscommissie heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor de Landinrichtingscommissie mede door mr. R.T. Wiegerink, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 31 mei 2013 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Landinrichtingscommissie begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en G. de Groot, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op
12 juli 2013.