ECLI:NL:HR:2013:BZ9940

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
12/00920
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Gravenhage inzake strafzaak

Op 14 mei 2013 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 12/00920. Het beroep in cassatie was ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 10 juni 2011 was gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, gevestigd te [vestigingsplaats]. De Advocaat-Generaal bij het Hof had middelen van cassatie voorgesteld, welke bij schriftuur aan het arrest waren gehecht. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. C.W. Noorduyn, heeft het beroep tegengesproken. De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit oordeel is in lijn met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO) en met het eerder uitgesproken arrest in de zaak 12/00755, LJN BZ8902.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. De uitspraak is gedaan door vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren J. de Hullu en V. van den Brink, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

14 mei 2013
Strafkamer
nr. S 12/00920
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 10 juni 2011, nummer 22/004048-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], gevestigd te [vestigingsplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Namens de verdachte heeft mr. C.W. Noorduyn, advocaat te 's-Gravenhage, het beroep tegengesproken.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, - en het heden uitgesproken arrest in de zaak 12/00755, LJN BZ8902 - geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en V. van den Brink, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 mei 2013.