ECLI:NL:HR:2013:BZ8163

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
11/03065
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Hertogenbosch in strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, gedateerd 24 juni 2011, met nummer 20/001116-10. De verdachte, geboren in 1964, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. A.C.J. Lina, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal, E.J. Hofstee, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad der Nederlanden heeft op 23 april 2013 uitspraak gedaan. In de beoordeling van het middel heeft de Hoge Raad vastgesteld dat het middel niet kan leiden tot cassatie. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), aangezien het middel geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. De uitspraak is gedaan door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en J. de Hullu, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

23 april 2013
Strafkamer
nr. S 11/03065
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 24 juni 2011, nummer 20/001116-10, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. A.C.J. Lina, advocaat te Venlo, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en J. de Hullu, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 23 april 2013.