ECLI:NL:HR:2013:BZ8163
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Hertogenbosch in strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, gedateerd 24 juni 2011, met nummer 20/001116-10. De verdachte, geboren in 1964, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. A.C.J. Lina, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal, E.J. Hofstee, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft op 23 april 2013 uitspraak gedaan. In de beoordeling van het middel heeft de Hoge Raad vastgesteld dat het middel niet kan leiden tot cassatie. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), aangezien het middel geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. De uitspraak is gedaan door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en J. de Hullu, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.