ECLI:NL:HR:2013:BZ7863
Hoge Raad
- Cassatie
- M.W.C. Feteris
- C. Schaap
- P.M.F. van Loon
- R.J. Koopman
- Th. Groeneveld
- Rechtspraak.nl
Terugwerkende kracht van tariefsverlaging in de overdrachtsbelasting en discriminatie
In deze zaak gaat het om de terugwerkende kracht van een tariefsverlaging in de overdrachtsbelasting voor woningen, die per 15 juni 2011 is ingevoerd. De belanghebbende, X1, heeft op aangifte een bedrag aan overdrachtsbelasting voldaan bij de verkrijging van een onroerende zaak. Na het indienen van bezwaar tegen de voldoening van dit bedrag, heeft de Inspecteur het verzoek om teruggaaf afgewezen. De Rechtbank te Breda verklaarde het beroep ongegrond, waarna het Hof te 's-Hertogenbosch de uitspraak van de Rechtbank bevestigde. Hierop heeft de belanghebbende cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelt dat de terugwerkende kracht van de wetswijziging, die het tarief voor de overdrachtsbelasting verlaagde tot twee procent, geen discriminatie vormt die in strijd is met verdragsrecht. Het Hof heeft terecht geoordeeld dat de wetgeving niet in formele zin kan worden getoetst aan algemene rechtsbeginselen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere jurisprudentie, waaronder het Harmonisatiewetarrest, en concludeert dat de middelen van de belanghebbende niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.W.C. Feteris als voorzitter, en de raadsheren C. Schaap, P.M.F. van Loon, R.J. Koopman en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en is openbaar uitgesproken op 14 juni 2013.