ECLI:NL:HR:2013:BZ7393
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onteigening en overgangsrecht in administratieve fase
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 juni 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Reca-Berg Vastgoed B.V. en de Provincie Limburg. De zaak betreft een onteigeningsprocedure waarbij de vraag centraal staat welk recht van toepassing is in de administratieve fase van de onteigeningsprocedure, met specifieke aandacht voor de overgangsregels van de Crisis- en herstelwet. De Hoge Raad verwijst naar het vonnis van de rechtbank Roermond van 5 december 2012, waartegen Reca-Berg beroep in cassatie heeft ingesteld. De Provincie Limburg heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de zaak is door de advocaten van beide partijen toegelicht. De waarnemend Advocaat-Generaal J.C. van Oven heeft ook geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep van Reca-Berg verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 818,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat verdere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.