ECLI:NL:HR:2013:BZ7173

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
12/03250
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam in strafzaak

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, gedateerd 28 maart 2012, met nummer 23/000736-11. De verdachte, geboren in 1979, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. H.M.W. Daamen, die middelen van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, waarop de raadsman schriftelijk heeft gereageerd.

De Hoge Raad der Nederlanden heeft op 16 april 2013 uitspraak gedaan in deze zaak. De beoordeling van de middelen heeft plaatsgevonden, waarbij is vastgesteld dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), er geen nadere motivering nodig is, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma en J. Wortel, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.

Uitspraak

16 april 2013
Strafkamer
nr. S 12/03250
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 28 maart 2012, nummer 23/000736-11, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. H.M.W. Daamen, advocaat te Maastricht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en J. Wortel, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 16 april 2013.