ECLI:NL:HR:2013:BZ6797
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- M.W.C. Feteris
- P.M.F. van Loon
- R.J. Koopman
- Th. Groeneveld
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak Rechtbank Zwolle-Lelystad inzake aanslag zuiveringsheffing bedrijfsruimte
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 april 2013 uitspraak gedaan in een cassatieberoep van X B.V. tegen een uitspraak van de Rechtbank Zwolle-Lelystad. De Rechtbank had op 24 mei 2011 het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze nalatig was in het aanvoeren van de gronden van het beroep. Belanghebbende heeft hiertegen verzet aangetekend, maar de Rechtbank verklaarde dit verzet ongegrond. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard en de uitspraak van de Rechtbank op het verzet vernietigd. De Hoge Raad oordeelde dat het verzet gegrond was en dat de Rechtbank het onderzoek moest voortzetten in de stand waarin het zich bevond. Tevens werd het waterschap Zuiderzeeland veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en werden de proceskosten aan de zijde van belanghebbende vastgesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de klachten van belanghebbende geanalyseerd en geconcludeerd dat deze slagen voor zover zij betrekking hebben op de verzending van de brief van 24 maart 2011 per fax. Voor de overige klachten was geen behandeling nodig. De Hoge Raad verwees naar een eerder arrest in de zaak met nummer 11/05101, dat aan dit arrest was gehecht. De uitspraak van de Rechtbank kon niet in stand blijven, en de Hoge Raad heeft het verzet afgedaan. Dit arrest is openbaar uitgesproken en ondertekend door de raadsheren, waarbij de voorzitter, J.W. van den Berge, verhinderd was om het arrest zelf te ondertekenen.