ECLI:NL:HR:2013:BZ6625
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de bewijsvoering bij diefstal met geweld en bedreiging
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 april 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van diefstal met geweld en bedreiging, gepleegd op 10 mei 2010 te Nieuwegein. De verdachte had samen met een ander een mobiele telefoon en portemonnee van het slachtoffer weggenomen, waarbij geweld en bedreiging met een scherp voorwerp waren gebruikt. De bewezenverklaring steunde op verschillende bewijsmiddelen, waaronder verklaringen van de verdachte en het slachtoffer, alsook proces-verbaal van bevindingen van de politie. De Hoge Raad oordeelde dat het enkele voorhanden hebben van ontvreemde goederen niet automatisch betekent dat de betrokkene deze ook door het plegen van een vermogensdelict heeft verkregen. De feiten en omstandigheden van het geval zijn cruciaal voor de beoordeling. Het Hof had voldoende bewijs gevonden om te concluderen dat de verdachte het feit had gepleegd, mede gezien de korte tijd tussen de diefstal en het gebruik van de gestolen telefoon door de verdachte. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, waarbij werd vastgesteld dat de bewezenverklaring voldoende gemotiveerd was en dat de afstand tussen de plaats van de diefstal en de plaats waar de telefoon werd gebruikt, niet aannemelijk maakte dat de verdachte de telefoon op een legale manier had verkregen.