ECLI:NL:HR:2013:BZ5671
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling zonder schone lei
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 mei 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de tussentijdse beëindiging van een schuldsaneringsregeling zonder schone lei. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. W. Römelingh, had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag, dat op 31 januari 2013 was gewezen. Dit arrest volgde op een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 12 oktober 2012, waarin de schuldsaneringsregeling was behandeld. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere uitspraken en concludeert dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de klachten niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekte tot verwerping van het cassatieberoep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. Het arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth.