ECLI:NL:HR:2013:BZ5362
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van cassatieberoep wegens overschrijding cassatietermijn in kort geding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 april 2013 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van de Stichting Berregratte in haar cassatieberoep. De Stichting had cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Arnhem, dat op 8 mei 2012 een vonnis in kort geding van de rechtbank Maastricht gedeeltelijk had vernietigd. De Hoge Raad verwijst naar eerdere arresten, waaronder een arrest van 20 mei 2011, waarin het gerechtshof te 's-Hertogenbosch werd aangesproken. De Stichting had de cassatiedagvaarding op 7 augustus 2012 uitgebracht, terwijl de cassatietermijn op basis van artikel 402 lid 2 in verbinding met artikel 339 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering op 3 juli 2012 was verstreken. Hierdoor was de Stichting niet-ontvankelijk in haar beroep. De Hoge Raad heeft de Stichting ook veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder op nihil zijn begroot. De zaak is behandeld door de raadsheren C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak en het arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth.