ECLI:NL:HR:2013:BZ0283

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 februari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/05224
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen beschikking inzake voorlopige machtiging tot voortduren verblijf in psychiatrische kliniek

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 februari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek tot voorlopige machtiging tot voortduren verblijf op basis van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). De verzoekster, verblijvende in de psychiatrische kliniek Lentis te Zuidlaren, had beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Assen van 16 augustus 2012. De rechtbank had in deze beschikking geoordeeld over de rechtmatigheid van het verblijf van de betrokkene in de kliniek. De officier van justitie te Assen was als verweerder in cassatie betrokken, maar heeft geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer was om het beroep te verwerpen.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), waaruit blijkt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft derhalve het beroep verworpen, wat betekent dat de beschikking van de rechtbank Assen in stand blijft.

De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth, die ook deel uitmaakte van de beslissing samen met de andere raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens en A.H.T. Heisterkamp. Deze uitspraak heeft implicaties voor de toepassing van de Wet Bopz en de rechtsbescherming van personen die onder deze wet vallen.

Uitspraak

1 februari 2013
Eerste Kamer
12/05224
EE/DH
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Betrokkene],
verblijvende in de psychiatrische kliniek Lentis te Zuidlaren,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. A.H.M. van den Steenhoven,
t e g e n
OFFICIER VAN JUSTITIE TE ASSEN,
zetelende te Assen,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als betrokkene en de officier van justitie.
1. Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak 94438 van de rechtbank Assen van 16 augustus 2012.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank heeft betrokkene beroep in cassatie ingesteld.
Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en M.A. Loth, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op 1 februari 2013.