ECLI:NL:HR:2013:BY9287
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag BPM en rechterlijke onpartijdigheid
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X uit Duitsland tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 9 maart 2010, nr. 08/00539, betreffende een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM) en de daarbij opgelegde boete. De naheffingsaanslag en de boetebeschikking waren eerder door de Inspecteur gehandhaafd en verminderd na bezwaar. De Rechtbank te Arnhem verklaarde de tegen deze uitspraken ingestelde beroepen ongegrond. Belanghebbende ging in hoger beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank bevestigde. Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad behandelt in deze uitspraak ook klachten over de rechterlijke onpartijdigheid. Belanghebbende stelde dat twee leden van het Hof, mr. J.P.M. Kooijmans en mr. R.F.C. Spek, met een schijn van bevooroordeeldheid de zaak hebben behandeld. De Hoge Raad verwierp deze stelling, onder verwijzing naar eerdere jurisprudentie, en oordeelde dat er geen sprake was van (de schijn van) partijdigheid.
De Hoge Raad concludeert dat de middelen van belanghebbende niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft geen nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad acht ook geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk verklaart de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond.