ECLI:NL:HR:2013:BY8306

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 februari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/05301
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en geschil over kinder- en partneralimentatie

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, betreft het een geschil over de vaststelling van de verschuldigde kinder- en partneralimentatie in het kader van een echtscheiding. De man, verzoeker tot cassatie, heeft beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De beschikking van het hof, die op 8 september 2010 is gegeven, volgde op eerdere beslissingen van de rechtbank 's-Gravenhage van 17 juli 2009. De vrouw, verweerder in cassatie, heeft verzocht het cassatieberoep van de man te verwerpen. De Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot heeft in zijn conclusie geadviseerd om het cassatieberoep te verwerpen, waarop de advocaat van de man heeft gereageerd met een brief op 11 december 2012.

De Hoge Raad heeft het geding in feitelijke instanties en het geding in cassatie beoordeeld. De in de middelen aangevoerde klachten van de man zijn door de Hoge Raad niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 15 februari 2013 de beschikking gegeven, waarbij het beroep van de man werd verworpen. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door vice-president E.J. Numann, samen met de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion en M.V. Polak.

Uitspraak

15 februari 2013
Eerste Kamer
10/05301
DV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. A. Jankie,
t e g e n
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak FA RK 08-7840 van de rechtbank 's-Gravenhage van 17 juli 2009;
b. de beschikking in de zaak 200.048.525/01 en 200.066.841/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 8 september 2010.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest en het aanvullend cassatierekest zijn aan deze beschikking gehecht en maken daarvan deel uit.
De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de man heeft bij brief van 11 december 2012 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.E. Drion en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president E.J. Numann op 15 februari 2013.