ECLI:NL:HR:2013:BY4114
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- J.C. van Oven
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot vaststelling van de Nederlandse nationaliteit op basis van de Rijkswet op het Nederlanderschap
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 januari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de vaststelling van de Nederlandse nationaliteit. De verzoekster, woonachtig te [woonplaats], heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage. De rechtbank had eerder op 7 juni 2012 een beschikking gegeven in de zaak met nummer 384419/HA RK 11-6. De verzoekster was vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. W.B. Teunis, terwijl de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Immigratie- en Naturalisatiedienst, niet verschenen was tijdens de zitting.
De Procureur-Generaal, P. Vlas, heeft in zijn standpunt aangegeven dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard dient te worden op basis van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft de klachten van de verzoekster beoordeeld en geconcludeerd dat deze geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. Dit kan zijn omdat de verzoekster klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep, of omdat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad, na het horen van de Procureur-Generaal, besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. De beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, en de uitspraak is gedaan door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren J.C. van Oven en A.H.T. Heisterkamp.