ECLI:NL:HR:2013:97

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 juli 2013
Publicatiedatum
15 juli 2013
Zaaknummer
12/02993
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest van het gerechtshof Arnhem inzake herroeping en producties

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juli 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. K. Aantjes, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem, dat op 6 maart 2012 is gewezen. Het hof had in zijn arrest een beslissing genomen die de eiser niet beviel, wat leidde tot het indienen van de cassatiedagvaarding. De verweerder in deze zaak is niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep van de eiser.

De Hoge Raad heeft de aangevoerde klachten in de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van de eiser verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op nihil. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth.

Uitspraak

12 juli 2013
Eerste Kamer
nr. 12/02993
TT/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. K. Aantjes,
t e g e n
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en [verweerder].

1.Het geding in vorige instantie

Voor het verloop van het geding verwijst de Hoge Raad naar het arrest in de zaak 104.002.216 van het gerechtshof te Arnhem van 6 maart 2012.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen [verweerder] is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.

3.Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op
12 juli 2013.