ECLI:NL:HR:2013:912

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 oktober 2013
Publicatiedatum
11 oktober 2013
Zaaknummer
13/02575
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen niet-ontvankelijk toelatingsverzoek in WSNP wegens ontbrekende stukken

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 oktober 2013 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van verzoeker, die niet-ontvankelijk was verklaard in zijn verzoek tot toelating tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP). De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechtbank op 10 april 2013 en het hof op 16 mei 2013 respectievelijk beslissingen hebben genomen die de basis vormden voor het cassatieberoep. De advocaat van verzoeker, mr. K. Aantjes, heeft het cassatierekest ingediend, waarop de Advocaat-Generaal J. Wuisman heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het cassatieberoep van verzoeker, waarmee de eerdere beslissingen van de lagere rechters in stand blijven.

Uitspraak

11 oktober 2013
Eerste Kamer
nr. 13/02575
EE/GB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. K. Aantjes.
Verzoeker zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker].

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak C/13/539499/FT RK 13/813 van de rechtbank Amsterdam van 10 april 2013;
b. het arrest in de zaak 200.125.365/01 van het gerechtshof Amsterdam van 16 mei 2013.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [verzoeker] heeft bij brief van 20 september 2013 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, G. de Groot en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president F.B. Bakels op
11 oktober 2013.