ECLI:NL:HR:2013:89

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 juni 2013
Publicatiedatum
9 juli 2013
Zaaknummer
13/02152
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen uitspraak huurtoeslag

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 juni 2013 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland. Het beroep in cassatie was gericht tegen de uitspraak van de Rechtbank van 18 maart 2013, waarin het verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Haarlem van 29 november 2012 werd behandeld. Deze eerdere uitspraak betrof de huurtoeslag van belanghebbende. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de wet geen mogelijkheid biedt om in cassatie te gaan tegen een uitspraak die is gedaan op verzet tegen een besluit ingevolge de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (AWIR). Dit betekent dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk is, ongeacht de vermelding in de brief van de griffier van de Rechtbank waarin werd gesuggereerd dat belanghebbende in cassatie kon gaan. De Hoge Raad heeft ook geoordeeld dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken en ondertekend door de raadsheren.

Uitspraak

28 juni 2013
nr. 13/02152
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Rechtbank Noord-Hollandvan 18 maart 2013, nr. AWB 12/4837, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Haarlem van 29 november 2012, betreffende huurtoeslag.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Tegen een op verzet gedane uitspraak van de Rechtbank betreffende een besluit ingevolge de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (AWIR), stelt de wet beroep in cassatie niet open. Aangezien het onderhavige cassatieberoep zich tegen zulk een uitspraak richt, is dat beroep niet-ontvankelijk. Daaraan doet niet af dat in de door de griffier van de Rechtbank aan belanghebbende gezonden brief van 18 maart 2013 staat vermeld dat belanghebbende tegen voormelde uitspraak in cassatie kan gaan.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en R.J. Koopman, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2013.