ECLI:NL:HR:2013:829

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 oktober 2013
Publicatiedatum
1 oktober 2013
Zaaknummer
13/00022
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof 's-Gravenhage

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, gedateerd 17 augustus 2012, met nummer 22/002987-11. De verdachte, geboren in 1958, heeft zijn beroep in cassatie laten indienen door zijn advocaat, mr. J.H.E. Wanrooij. In de schriftelijke indiening zijn middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De Advocaat-Generaal, E.J. Hofstee, heeft in zijn schriftelijke standpunt aangegeven dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk kan worden verklaard op basis van artikel 80a RO. De raadsman heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de Advocaat-Generaal in een aanvullende conclusie heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel behoeft, in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, RO, geen verdere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Op 1 oktober 2013 heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en W.F. Groos, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

1 oktober 2013
Strafkamer
nr. 13/00022
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 17 augustus 2012, nummer 22/002987-11, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J.H.E. Wanrooij, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft schriftelijk het standpunt ingenomen dat het cassatieberoep met toepassing van art. 80a RO niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.
De Advocaat-Generaal heeft bij aanvullende conclusie geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en W.F. Groos, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
1 oktober 2013.