ECLI:NL:HR:2013:82

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 juni 2013
Publicatiedatum
9 juli 2013
Zaaknummer
12/04992
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 juni 2013 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem. Het beroep had betrekking op een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting, opgelegd aan belanghebbende. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard, omdat belanghebbende het verschuldigde griffierecht niet tijdig had betaald.

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende op 25 februari 2013 per aangetekende brief gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en een termijn van vier weken gesteld. Deze brief werd echter teruggezonden wegens onbestelbaarheid. Na adresverificatie is het stuk opnieuw verzonden, maar ook daarna heeft belanghebbende niet gereageerd op de aanmaning.

Op 16 april 2013 heeft de griffier belanghebbende opnieuw in de gelegenheid gesteld om te reageren op het niet tijdig betalen van het griffierecht, maar ook deze brief werd teruggezonden. Gezien het feit dat belanghebbende niet heeft gereageerd en het griffierecht niet is voldaan, heeft de Hoge Raad op basis van artikel 8:41, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren.

De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig.

Uitspraak

28 juni 2013
nr. 12/04992
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Rechtbank te Haarlemvan 5 oktober 2012, nr. AWB 11/6582, betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de parkeerbelasting.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 25 februari 2013 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling een termijn van vier weken gesteld. Deze brief is wegens onbestelbaarheid teruggezonden aan de Hoge Raad, waarna adresverificatie heeft plaatsgevonden en het stuk bij gewone brief is verzonden naar het adres van belanghebbende. Het griffierecht is niet voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 16 april 2013 in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. Deze brief is eveneens wegens onbestelbaarheid teruggezonden aan de Hoge Raad, waarna adresverificatie heeft plaatsgevonden en het stuk bij gewone brief is verzonden naar het adres van belanghebbende. Belanghebbende heeft niet gereageerd.
Het beroep in cassatie moet op grond van artikel 8:41, lid 2, Awb derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en R.J. Koopman, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2013.