Uitspraak
[X] Beheer B.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Rechtbank Den Haagvan 25 februari 2013, nr. SGR 12/4846, betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2009 opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 september 2013 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] Beheer B.V. tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 25 februari 2013, betreffende de aan belanghebbende opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 2009. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld, klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep, dan wel dat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad heeft, gehoord de Procureur-Generaal, besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren op grond van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Dit betekent dat de Hoge Raad geen inhoudelijke beoordeling van de zaak heeft gedaan, maar enkel heeft vastgesteld dat het beroep niet ontvankelijk is. De uitspraak is openbaar gedaan en is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig.
Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende belang bij het instellen van een cassatieberoep en de strikte eisen die de Hoge Raad hanteert bij de beoordeling van de ontvankelijkheid van dergelijke beroepen.