ECLI:NL:HR:2013:579

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 september 2013
Publicatiedatum
3 september 2013
Zaaknummer
11/05315
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de bestreden uitspraak met betrekking tot strafoplegging

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, dat op 15 november 2011 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1989, heeft beroep ingesteld tegen de strafoplegging die door het hof was opgelegd. De advocaat van de verdachte, mr. M.J. van Weerden, heeft middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging. Hij heeft verzocht om terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof, zodat deze opnieuw kan worden berecht en afgedaan, en heeft het beroep voor het overige verworpen.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het eerste middel, dat klaagt over de tegenstrijdigheid van de oplegging van de werkstraf met de motivering daarvan, terecht is voorgesteld. De Hoge Raad oordeelt dat er geen grond is voor ambtshalve vernietiging van de bestreden uitspraak. De beslissing van de Hoge Raad is dat de bestreden uitspraak wordt vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling van de strafoplegging, terwijl het beroep voor het overige wordt verworpen. Deze uitspraak is gedaan op 3 september 2013 en is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en V. van den Brink, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

3 september 2013
Strafkamer
nr. S 11/05315
ABG/AJ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 15 november 2011, nummer 24/002909-09, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M.J. van Weerden, advocaat te Almere, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2 Beoordeling van het tweede middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beoordeling van het eerste middel

3.1.
Het middel klaagt dat de oplegging van de werkstraf tegenstrijdig is met de motivering daarvan.
3.2.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 3.2 tot en met 3.4 is het middel terecht voorgesteld.

4.Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.

5.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
3 september 2013.