ECLI:NL:HR:2013:487

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 augustus 2013
Publicatiedatum
27 augustus 2013
Zaaknummer
12/00421
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betrouwbaarheid van fotoconfrontatie in strafzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 augustus 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was in eerste instantie vrijgesproken van diefstal met geweld, waarbij hij samen met anderen sieraden had weggenomen bij een juwelier. De vrijspraak was gebaseerd op de onbetrouwbaarheid van een fotoconfrontatie die was uitgevoerd door de verbalisant. Het Hof oordeelde dat de waarborgen die in de wet zijn gesteld voor een betrouwbare fotoconfrontatie niet waren nageleefd, waardoor het resultaat van de confrontatie niet als bewijs kon worden gebruikt. De Hoge Raad oordeelde echter dat het Hof ten onrechte had geconcludeerd dat het Besluit toepassing maatregelen in het belang van het onderzoek van toepassing was op de fotoconfrontatie in deze zaak. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van wettelijke waarborgen bij het uitvoeren van fotoconfrontaties in strafzaken, en dat het niet naleven van deze waarborgen kan leiden tot uitsluiting van bewijs.

Uitspraak

27 augustus 2013
Strafkamer
nr. 12/00421
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 16 december 2011, nummer 23/000678-10, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De raadsman van de verdachte, mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam, heeft het beroep tegengesproken.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak zodat deze op het bestaande beroep opnieuw kan worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt over de door het Hof gegeven vrijspraak.
2.2.1.
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
"hij op of omstreeks 28 mei 2009 te Zaandam, gemeente Zaanstad, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Juwelier [A] en/of [betrokkene 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [betrokkene 2] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s),
- [betrokkene 2] met een stroomstootwapen, althans een hard voorwerp, meermalen althans eenmaal heeft/hebben geslagen in/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/of
- [betrokkene 2] meermalen heeft/hebben geslagen en/of gestompt in/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/of
- tegen [betrokkene 2] meermalen heeft/hebben gezegd "ik ga je dood maken" en/of "maak hem dood" en/of
- [betrokkene 2] met kracht over de grond heeft/hebben getrokken en/of gesleept en/of
- [betrokkene 2] met een stroomstootwapen, althans een hard voorwerp, meermalen in de nek een (stroom)stoot heeft/hebben toegebracht en/of
- [betrokkene 2] meermalen althans eenmaal met (een) plavuizen ste(e)n(en) op/tegen het hoofd heeft/hebben geslagen en/of op/tegen de rug heeft/hebben geslagen en/of
- [betrokkene 2] meermalen tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt."
2.2.2.
Het Hof heeft de verdachte van het tenlastegelegde vrijgesproken. Het heeft daartoe onder meer het volgende overwogen:
"Het hof is van oordeel dat het resultaat van de door verbalisant [verbalisant] uitgevoerde fotoconfrontatie dient te worden uitgesloten van het bewijs. Het hof overweegt daartoe als volgt.
Op grond van het proces-verbaal verslag van fotoconfrontatie met slachtoffer [betrokkene 2] van 14 juli 2009, de aanvullende processen-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van respectievelijk 12 augustus 2011 en 18 augustus 2011 en de ter terechtzitting in hoger beroep van 14 december 2011 afgelegde verklaring van getuige [verbalisant], stelt het hof vast dat de fotoconfrontatie op essentiële onderdelen niet heeft plaatsgevonden conform het bepaalde in het Besluit Toepassing Maatregelen in het Belang van het Onderzoek; zo is feitelijk volstaan met het tonen van slechts één foto, heeft [verbalisant], die de confrontatie heeft uitgevoerd, zelf een foto van de verdachte aan de - door de computer gemaakte - selectie toegevoegd en had [verbalisant] tijdens de confrontatie ook zelf een scherm voor zich staan waarop hij de gepresenteerde foto’s kon zien. Aldus zijn de krachtens de wet gestelde waarborgen ter verkrijging van een doorgaans betrouwbaar onderzoeksresultaat niet in acht genomen, zodat het verkregen resultaat in de onderhavige zaak - de herkenning van verdachte als mededader door de getuige [betrokkene 2] - niet als betrouwbaar kan worden aangemerkt. De omstandigheid dat deze getuige zeer heftig en stellig reageerde op de - enige - gepresenteerde foto, die de door [verbalisant] toegevoegde foto van verdachte bleek te zijn brengt hier geen verandering in, evenmin als de omstandigheid dat [verbalisant] heeft verklaard dat zijn aandacht, conform de instructie, tijdens het daadwerkelijk tonen van de foto’s uitging naar de reactie van de getuige [betrokkene 2] en niet naar het fotokijkstation dat hij slechts, zoals hij ter terechtzitting van 14 december 2011 toelichtte, vanuit een ooghoek kon zien.
Het hof ziet geen enkele aanleiding rekening te houden met enige vorm van bewuste beïnvloeding van de getuige [betrokkene 2] door de verbalisant [verbalisant]. Gelet op het bovenstaande moet het resultaat van de door hem uitgevoerde fotoconfrontatie evenwel reeds van het bewijs worden uitgesloten, nu de betrouwbaarheid van dit resultaat, gelet op de wijze waarop het is verkregen, als onvoldoende moet worden aangemerkt."
2.3.1.
Art. 1 van het Besluit toepassing maatregelen in het belang van het onderzoek (Besluit van 22 januari 2002, Stb. 2002, 46; hierna: het Besluit), met welk Besluit uitvoering wordt gegeven aan art. 61a, derde lid, Sv, luidde ten tijde van de confrontatie onder meer als volgt:
"In dit besluit wordt verstaan onder:
(...)
c. confrontatie: een onderzoek waarbij het uiterlijk van een verdachte door een getuige wordt geobserveerd om vast te stellen of de verdachte door deze persoon wordt herkend als betrokkene bij een strafbaar feit;
(...)"
2.3.2
De Nota van Toelichting bij het Besluit houdt onder meer het volgende in:
"Artikel 1
In dit artikel wordt een aantal begrippen uit het besluit nader gedefinieerd.
(...)
Onderdeel c. De hier nader omschreven confrontatie wordt in de praktijk ook wel aangeduid als de bewijsconfrontatie. Het betreft hier een algemene definitie van de confrontatie. De confrontatie kan zowel enkelvoudig als meervoudig worden uitgevoerd. De definitie heeft alleen betrekking op de confrontatie in persoon.
(...)"
2.4.
Het Hof heeft geoordeeld dat de uitgevoerde fotoconfrontatie niet als betrouwbaar kan worden aangemerkt nu "krachtens de wet gestelde waarborgen ter verkrijging van een doorgaans betrouwbaar onderzoeksresultaat" niet in acht zijn genomen. Aan dat oordeel heeft het Hof ten grondslag gelegd dat het Besluit op essentiële onderdelen niet is nageleefd. Met zijn oordeel heeft het Hof evenwel miskend dat het Besluit niet op een fotoconfrontatie als de onderhavige ziet (vgl. ECLI:NL:HR:2010:BK6146, NJ 2010/105). Daarover klaagt het middel terecht.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de president G.J.M. Corstens als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
27 augustus 2013.