ECLI:NL:HR:2013:472

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 augustus 2013
Publicatiedatum
9 augustus 2013
Zaaknummer
12/05088
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet tijdige betaling van griffierecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 augustus 2013 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de aan belanghebbende opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2004 tot en met 2007, alsook de daarbij opgelegde boeten. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard, omdat belanghebbende niet tijdig het verschuldigde griffierecht heeft betaald.

De griffier van de Hoge Raad had belanghebbende op 28 maart 2013 per aangetekende brief gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en een termijn van vier weken gesteld voor de betaling. Aangezien het griffierecht niet binnen deze termijn was voldaan, heeft de griffier op 2 mei 2013 een tweede brief gestuurd waarin belanghebbende de gelegenheid kreeg om te verklaren waarom de betaling niet tijdig had plaatsgevonden. De argumenten die belanghebbende in zijn faxbericht van 29 mei 2013 aanvoerde, werden door de Hoge Raad niet als voldoende beschouwd om het verzuim te rechtvaardigen.

Op basis van artikel 8:41, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De Hoge Raad heeft verder geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.

De uitspraak is gedaan door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en R.J. Koopman, in aanwezigheid van waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en is openbaar uitgesproken op 9 augustus 2013.

Uitspraak

9 augustus 2013
nr. 12/05088
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof te 's-Hertogenboschvan 20 september 2012, nrs. 11/00775,11/00776,11/00777 en 11/00778, betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2004 tot en met 2007 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij opgelegde boeten.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 28 maart 2013, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling een termijn van vier weken gesteld. Het griffierecht is niet binnen de gestelde termijn voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij brief van 2 mei 2013, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgehaald op de afhaallocatie, in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. Hetgeen belanghebbende in zijn faxbericht van 29 mei 2013 aanvoert, vormt geen grond voor het oordeel dat belanghebbende niet in verzuim is geweest.
Het beroep in cassatie moet op grond van artikel 8:41, lid 2, Awb derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en R.J. Koopman, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 9 augustus 2013.