ECLI:NL:HR:2013:456

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 augustus 2013
Publicatiedatum
8 augustus 2013
Zaaknummer
13/00858
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van het beroep in cassatie door de Hoge Raad

Op 9 augustus 2013 heeft de Hoge Raad der Nederlanden in de zaak met nummer 13/00858 het beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal niet-ontvankelijk verklaard. Dit arrest volgde op een eerdere uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 januari 2013, waarin het College in beroep was gegaan tegen een beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken.

De Hoge Raad beoordeelde de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie en constateerde dat het beroepschrift niet voldeed aan de eisen van artikel 6:5, lid 1, letter d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het niet de gronden van het beroep bevatte. De griffier van de Hoge Raad had het College op 26 februari 2013 de gelegenheid gegeven om dit verzuim te herstellen, maar het College heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.

Aangezien het verzuim niet is hersteld, heeft de Hoge Raad, in overeenstemming met artikel 6:6 Awb, besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Het arrest is openbaar uitgesproken en er is een griffierecht van € 478 opgelegd aan het College.

Uitspraak

Hoge Raad der Nederlanden
Derde Kamer
Nr. 13/00858
9 augustus 2013
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal(hierna: het College) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Arnhem-Leeuwardenvan 15 januari 2013, nr. 12/00254, betreffende een ten aanzien van
[X]te
[Z]gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Het beroepschrift in cassatie bevat, hoewel artikel 6:5, lid 1, letter d, Awb dit vereist, niet de gronden van het beroep.
Bij aangetekende brief van 26 februari 2013, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgehaald op de afhaallocatie, heeft de griffier van de Hoge Raad het College in de gelegenheid gesteld dat verzuim te herstellen. Het College heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Nu herstel van het verzuim niet heeft plaatsgevonden, zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 9 augustus 2013.
Van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal wordt een griffierecht geheven van € 478.