ECLI:NL:HR:2013:378

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 augustus 2013
Publicatiedatum
6 augustus 2013
Zaaknummer
13/01227
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen uitspraak over naheffingsaanslag parkeerbelasting gemeente Nijmegen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 augustus 2013 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting die aan belanghebbende was opgelegd naar aanleiding van parkeren op 19 september 2011 te Nijmegen. Na bezwaar tegen de naheffingsaanslag heeft de heffingsambtenaar van de gemeente Nijmegen de aanslag gehandhaafd. De Rechtbank te Arnhem heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, maar het Hof heeft deze uitspraak bevestigd in hoger beroep.

Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof, waarbij verschillende klachten zijn aangevoerd. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen heeft een verweerschrift ingediend, en belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft ook overwogen dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard, waarmee de uitspraak van het Hof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren R.J. Koopman en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en is openbaar uitgesproken op 9 augustus 2013.

Uitspraak

Hoge Raad der Nederlanden
Derde Kamer
Nr. 13/01227
9 augustus 2013
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Arnhem-Leeuwardenvan 29 januari 2013, nr. 12/00419, betreffende een aanslag in de parkeerbelasting.

1.Het geding in feitelijke instanties

Aan belanghebbende is ter zake van het parkeren op 19 september 2011 te Nijmegen een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting van de gemeente Nijmegen opgelegd.
De naheffingsaanslag is, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Nijmegen gehandhaafd.
De Rechtbank te Arnhem (nr. AWB 12/693) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd.

2.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

3.Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

5.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren R.J. Koopman en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 9 augustus 2013.