ECLI:NL:HR:2013:1857

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 december 2013
Publicatiedatum
12 december 2013
Zaaknummer
13/02113
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Artikel 80a RO-zaken
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake besluiten van de Sociale Dienst van de gemeente Weststellingwerf

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 december 2013 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie. Het beroep was ingesteld door belanghebbenden tegen uitspraken van de Centrale Raad van Beroep van 12 maart 2013, die betrekking hadden op besluiten van de Sociale Dienst van de gemeente Weststellingwerf, genomen op basis van de Wet werk en bijstand. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die door de belanghebbenden naar voren waren gebracht, geen behandeling in cassatie rechtvaardigden. Dit oordeel was gebaseerd op het feit dat de belanghebbenden klaarblijkelijk onvoldoende belang hadden bij het cassatieberoep, of dat de klachten niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft, gehoord de Procureur-Generaal, het beroep in cassatie dan ook niet-ontvankelijk verklaard. Deze beslissing werd genomen in het kader van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Het arrest is gewezen door raadsheer C. Schaap als voorzitter, samen met raadsheren P.M.F. van Loon en Th. Groeneveld, en werd in het openbaar uitgesproken. De uitspraak benadrukt het belang van ontvankelijkheid in cassatieprocedures en de noodzaak voor belanghebbenden om voldoende belang aan te tonen bij hun beroep.

Uitspraak

13 december 2013
Nr. 13/02113
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X1]en
[X2], beiden te
[Z](hierna: belanghebbenden) tegen de uitspraken van de
Centrale Raad van Beroepvan 12 maart 2013, nrs. 11/4861 WWB en 11/4863 WWB, betreffende besluiten van de Sociale Dienst van de gemeente Weststellingwerf ingevolge de Wet werk en bijstand.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de belanghebbenden die het cassatieberoep hebben ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang hebben bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2013.