ECLI:NL:HR:2013:147

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 juli 2013
Publicatiedatum
22 juli 2013
Zaaknummer
12/04721
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • G.J.M. Corstens
  • B.C. de Savornin Lohman
  • N. Jörg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen vrijspraak van verdachte in verkeersdelict met alcoholgebruik en ongeldig rijbewijs

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarin de verdachte op 1 juli 2011 was vrijgesproken van twee tenlastegelegde feiten. De verdachte, geboren in 1969, werd beschuldigd van het besturen van een voertuig onder invloed van alcohol en het rijden met een ongeldig rijbewijs op 12 februari 2010 te Rotterdam. De Advocaat-Generaal bij het Hof had cassatie ingesteld en een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest was gehecht. De raadsman van de verdachte, mr. J.Y. Taekema, heeft het beroep tegengesproken.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het Hof bij zijn beslissing is uitgegaan van een onjuiste uitleg van de tenlastelegging. Het Hof had de verdachte vrijgesproken, maar de Hoge Raad oordeelde dat de tenlastelegging niet anders kon worden verstaan dan dat de verdachte in de gemeente Rotterdam had gereden. De Hoge Raad concludeerde dat het middel terecht was voorgesteld, omdat het Hof niet voldoende bewijs had gevonden voor de vrijspraak.

De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof Den Haag, zodat deze opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest is gewezen op 2 juli 2013 door de president G.J.M. Corstens en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en N. Jörg, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker.

Uitspraak

2 juli 2013
Strafkamer
nr. 12/04721
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 1 juli 2011, nummer 22/002884-10, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De raadsman van de verdachte, mr. J.Y. Taekema, advocaat te 's-Gravenhage, heeft het beroep tegengesproken.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak zodat deze op het bestaande beroep opnieuw kan worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel keert zich tegen de gegeven vrijspraak.
2.2.1.
Aan de verdachte is onder 1 en 2 primair en subsidiair tenlastegelegd dat:
"1.
hij op of omstreeks 12 februari 2010 te Rotterdam als bestuurder van een voertuig, (bedrijfsauto (bestelauto)), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 770 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
2.
hij op of omstreeks 12 februari 2010 te Rotterdam terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten alle categorieën, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de Rijksweg Al5, als bestuurder een motorrijtuig (bedrijfsauto (bestelauto)), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 12 februari 2010 te Rotterdam als bestuurder van een motortuig (bestelauto) heeft gereden op de weg, de Rijksweg Al5, terwijl het aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 afgegeven rijbewijs voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde zijn geldigheid met meer dan één jaar had verloren."
2.2.2.
Het Hof heeft de verdachte van het tenlastegelegde vrijgesproken. Het heeft daartoe het volgende overwogen:
"In de onder de nummers 2010048809-1 en 210048809-10 opgemaakte processen-verbaal van politie Rotterdam-Rijnmond valt te lezen dat de verbalisanten de verdachte op 12 februari 2010 tegen 01.00 uur binnen de gemeente Rotterdam cq. binnen de gemeente Rotterdam ter hoogte van Rhoon zagen rijden. Noch aan die processen-verbaal, noch aan enig ander processtuk, noch aan het onderzoek ter terechtzitting valt het wettig en overtuigend bewijs te ontlenen dat de verdachte op genoemde datum (ook) te Rotterdam - zoals onder 1 en onder 2 primair en 2 subsidiair ten laste is gelegd - een auto heeft bestuurd."
2.3.
De tenlastelegging kan bezwaarlijk anders worden verstaan dan dat daarin met de woorden “te Rotterdam” mede wordt bedoeld “in de gemeente Rotterdam”. Blijkens zijn hiervoor weergegeven overwegingen is het Hof derhalve bij zijn beraadslaging en beslissing uitgegaan van een onjuiste uitleg van de tenlastelegging. Voor zover het middel daarover klaagt is het terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en dat als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de president G.J.M. Corstens als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en N. Jörg, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
2 juli 2013.