Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het eerste middel
3.Beoordeling van het tweede middel
4.Slotsom
5.Beslissing
26 november 2013.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om de vraag of de verdachte een politieambtenaar heeft beledigd tijdens de rechtmatige uitoefening van zijn bediening. De Hoge Raad oordeelt dat de politieambtenaar, [verbalisant 1], is beledigd nadat hij de woning van de verdachte was binnengetreden zonder de vereiste machtiging. Dit leidt tot de conclusie dat het oordeel van het Hof, dat de ambtenaar is beledigd 'gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening', niet naar behoren is gemotiveerd. De Hoge Raad verwijst naar eerdere jurisprudentie, waaronder HR 29 september 2009, waarin werd vastgesteld dat het binnentreden zonder machtiging niet rechtmatig was. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 1 tenlastegelegde en de strafoplegging. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 26 november 2013, waarbij de vice-president en twee raadsheren aanwezig waren. De conclusie van de Advocaat-Generaal was dat het beroep moest worden verworpen, maar de Hoge Raad oordeelt anders met betrekking tot de bewezenverklaring van feit 1.