ECLI:NL:HR:2013:1419

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 november 2013
Publicatiedatum
26 november 2013
Zaaknummer
12/03730
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over falende bewijsklacht medeplichtigheid bij frauduleuze creditcardaanvragen

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, waarin de verdachte werd beschuldigd van medeplichtigheid aan oplichting en valsheid in geschrifte. De verdachte had op 27 juni 2008 frauduleuze aanvragen voor een Panda Visa Card en een BijCard ingediend op naam van een ander, [betrokkene 1]. De Hoge Raad oordeelt dat de bewezenverklaring van medeplichtigheid niet voldoende is onderbouwd. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof. De Hoge Raad bevestigt dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte de persoon was die de aanvragen had ingediend. De rechtbank had vastgesteld dat de verdachte in het bezit was van sleutels die pasten op de brievenbussen van [betrokkene 1] en dat hij eerder poststukken uit deze brievenbussen had weggenomen. Echter, het hof oordeelt dat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte de aanvragen had opgesteld of ingediend. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de uitspraak van het hof, waarbij de verdachte medeplichtig werd verklaard aan poging tot oplichting en valsheid in geschrifte, maar niet aan de hoofdmisdrijven.

Uitspraak

26 november 2013
Strafkamer
nr. 12/03730
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 7 maart 2012, nummer 24/002826-08, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. S.J. van der Woude, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 2 subsidiair, 3 subsidiair en 4 subsidiair tenlastegelegde en de strafoplegging, tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof, dan wel verwijzing naar een aangrenzend hof, teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan, en verwerping van het beroep voor het overige.

2.Beoordeling van het derde middel

2.1.
Het middel klaagt onder meer dat de onder 2, 3 en 4 bewezenverklaarde medeplichtigheid niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan volgen.
2.2.1.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
"2 subsidiair.
een persoon omstreeks 27 juni 2008 in Nederland, meermalen telkens ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen (één of meer medewerkers van) de rechtsperso(o)n(en) International Card Services BV (verder te noemen: ICS) en/of Visa Europe en/of MasterCard Europe te bewegen tot de afgifte van een Panda Visa Card en/of een BijCard,
(telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- een (digitaal, door middel van e-mail te verzenden) formulier (voor het aanvragen van een creditcard) heeft ingevuld met persoonsgegevens (onder meer: de naam [betrokkene 1], adres [a-straat] 25, woonplaats Groningen, bankrekeningnummers, sofi-nummer) en werkgegevens (onder meer: werkgever, functie) en financiële gegevens (onder meer: inkomen, hypotheek- of huurlasten) van andere personen dan genoemde persoon, en/of
- genoemd formulier heeft verstrekt aan ICS en/of Visa Europe en/of MasterCard Europe, en
terwijl de uitvoering van die voorgenomen misdrijven niet zijn voltooid,
bij en/of tot het plegen van welke misdrijven verdachte in of omstreeks de periode 1 juni 2008 tot en met 27 juni 2008 in Nederland, meermalen, telkens opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
- een poststuk, gericht aan en bezorgd bij genoemde [betrokkene 1], uit de brievenbus van genoemde [betrokkene 1] te halen, en
- de in die poststukken vermelde gegevens te verstrekken aan de pleger van bovengenoemde misdrijven, en
- de naam [betrokkene 1] en diens geboortedatum en diens sofi-nummer te verstrekken aan de pleger van bovengenoemde misdrijven;
3 subsidiair.
een persoon omstreeks 27 juni 2008 in Nederland, op verschillende tijdstippen, telkens een digitaal, door middel van e-mail te verzenden
- aanvraagformulier voor een Panda Visa Card, en
- aanvraagformulier voor een BijCard,
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, immers heeft genoemde persoon telkens valselijk
- persoonsgegevens (onder meer de naam [betrokkene 1], adres [a-straat] 25, woonplaats Groningen, sofi-nummer, telefoonnummers) en werkgegevens (onder meer werkgever, functie) en financiële gegevens (onder meer inkomen, hypotheek- of huurlasten) van anderen (dan genoemde persoon) op dat formulier ingevuld,
zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
bij en/of tot het plegen van welke misdrijven verdachte omstreeks de periode 1 juni 2008 tot en met 27 juni 2008 in Nederland, op verschillende tijdstippen, telkens opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
- een poststuk, gericht aan en bezorgd bij genoemde [betrokkene 1], uit de brievenbus van genoemde [betrokkene 1] te halen, en
- de in die poststukken vermelde gegevens te verstrekken aan de pleger van bovengenoemde misdrijven, en
- de naam [betrokkene 1] en diens geboortedatum en diens sofi-nummer te verstrekken aan de pleger van bovengenoemde misdrijven;
4 subsidiair.
een persoon omstreeks 27 juni 2008 in Nederland op verschillende tijdstippen, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse of vervalste
- aanvraagformulier voor een Panda Visa Card, en
- aanvraagformulier voor een BijCard,
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware die geschriften telkens echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat genoemde persoon die aanvraagformulieren heeft verstrekt aan International Card Services BV (verder te noemen ICS) en/of Visa Europe en/of MasterCard Europe, en bestaande die valsheid of vervalsing telkens hierin dat op genoemde aanvraagformulieren persoonsgegevens (onder meer de naam [betrokkene 1], adres [a-straat] 25, woonplaats Groningen, sofinummer, telefoonnummers) en werkgegevens (onder meer werkgever, functie) en financiële gegevens (onder meer inkomen, hypotheek- of huurlasten) van anderen (dan genoemde personen) zijn ingevuld,
bij en/of tot het plegen van welke misdrijven verdachte omstreeks de periode 1 juni 2008 tot en met 27 juni 2008 in Nederland, op verschillende tijdstippen, telkens opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
- een poststuk, gericht aan en bezorgd bij genoemde [betrokkene 1], uit de brievenbus van genoemde [betrokkene 1] te halen, en
- de in die poststukken vermelde gegevens te verstrekken aan de pleger van bovengenoemde misdrijven, en
- de naam [betrokkene 1] en diens geboortedatum en diens sofi-nummer te verstrekken aan de pleger van bovengenoemde misdrijven."
2.2.2.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal zijnde een aanvraag stelselmatige observatie d.d. 02 oktober 2007, opgenomen als bijlage BOB-002 van dossier 08-049012 (map 7), in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van verbalisant:
Na het plaatsen van een camera in de portiek van de flat aan de [a-straat] (het hof begrijpt: waaronder huisnummer [1] valt) te Groningen werden op zaterdag 22 september 2007 omstreeks 17.22 uur en donderdag 27 september 2007 omstreeks 22.25 uur beelden vastgelegd van een man, die met een sleutel brievenbussen opende en poststukken meenam. Uit onderzoek is gebleken dat deze brievenbussen toebehoren aan een bedrijf, dat deze bussen had vergrendeld en niet gebruikte. Gebleken is dat de vergrendeling is verbroken en dat de brievenbussen weer kunnen worden gebruikt.
2. Geschriften, zijnde 4 foto's waarop een negroïde man staat afgebeeld bij postbussen. De foto's zijn genomen op 22 september 2007 tussen 17.22 uur en 17.23 uur. Op een foto die is genomen van de postbussen is te zien dat het de postbussen van de huisnummers 15 t/m 27 betreft (het hof begrijpt: van de [a-straat] te Groningen), en een foto die is genomen op 28 september 2007 van een man die bij dezelfde postbussen staat.
3. Geschriften, zijnde 2 foto's van een man die bij de onder 2 genoemde postbussen staat. De foto's zijn genomen op 6 oktober 2007.
4. Een geschrift, zijnde een kopie van een proces-verbaal zijnde een aanvraag stelselmatige observatie d.d. 11 oktober 2007, opgenomen als bijlage BOB-003A van dossier 08-049012 (map 7), in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van verbalisant:
Op vrijdag 05 oktober 2007 kreeg ik, [betrokkene 2], informatie van International Card Services te Diemen dat op naam van [betrokkene 3], geboren op [geboortedatum] 1959, wonende [a-straat] 25 te Groningen een aanvraag voor een creditcard was ingediend. Naar aanleiding van de aanvraag werd een brief teruggezonden met het verzoek een salarisspecificatie aan te leveren. Aan dat verzoek werd voldaan. Uit de aangeleverde informatie staat volgens het GBA het sofi-nummer op naam van [betrokkene 3], geboren op [geboortedatum] 1959 te [geboorteplaats], wonende [b-straat 1], [woonplaats]. Op de camera werd vastgelegd dat op 6 oktober 2007 de verdachte tweemaal brievenbussen (het hof begrijpt: aan de [a-straat] te Groningen) opende en poststukken meenam.
4a. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 augustus 2008, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, opgenomen als bijlage AMB-046 van dossier 08-0490 12 (map 6), zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van verbalisant:
Op donderdag 24 juli 2008 werd de politie de Noordelijke Recherche Eenheid, Unit Financiële Opsporing, door [betrokkene 4], werkzaam bij [A], gevestigd te Groningen, [a-straat] 17. op de hoogte gesteld van het feit, dat er wederom post afkomstig van creditcardmaatschappijen, was bezorgd in een van de brievenbussen, behorende bij percelen welke [A] in eigendom toebehoren.
Deze brievenbussen, behoren bij de percelen 17 t/m 26, werden eerder gebruikt voor het bezorgen van valselijk aangevraagde creditcards.
De poststukken werden overhandigd aan medewerkers van voornoemde Unit.
Het bleek te gaan om poststukken afkomstig van:
- International Card Services te Amsterdam, gericht aan [betrokkene 1], [a-straat] 25 te Groningen en
- American Express (Nederland), gericht aan [betrokkene 1], [a-straat] 25 te Groningen.
5. Een proces-verbaal d.d. 29 juli 2008, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, opgenomen als bijlage GET-009 van dossier 08-049012, zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van [betrokkene 5]:
Opmerking verbalisanten: Tijdens het verhoor werd aan getuige [betrokkene 5] getoond 7 kopieën van foto's (Het hof begrijpt: de 5 foto's die zijn genomen van verdachte in september 2007 (BOB-00IC) en de twee foto's die van hem zijn genomen op 6 oktober 2007 (BOB-002C).
Ik heb een relatie gehad met [verdachte] in de periode 1998 - 2001. Sinds 2001 woon ik alleen met mijn dochtertje. De vader van mijn dochter is [verdachte]. Sindsdien woont [verdachte] niet meer bij mij. We hebben nog wel contact. Sinds 2 maanden komt [verdachte] eens per 2 weken op bezoek voor z 'n dochter. U toonde mij zojuist
7 sleutels met een sleutelhanger waarin 2 foto's van onze dochter. U toonde mij zojuist een foto met nummer 1. Ik herken op de foto [verdachte]. lk herken [verdachte] ook op de foto's 2 tot en met 7. Ik ben daar 100 % zeker van. Ik heb de schoenen die [verdachte] op foto 2 tot en met 7 draagt vaker gezien. [verdachte] draagt soortgelijke schoenen, dat heb ik meerdere keren gezien.
6. Een proces-verbaal d.d. 31 juli 2008, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, opgenomen als bijlage GET-011 van dossier 08-0490 12 (map 7), zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van [betrokkene 6]:
U toont mij een aantal afdrukken van foto's. De persoon op de foto's herken ik als de persoon, genaamd [verdachte].
Opmerking verbalisanten: "De getuige werden foto's getoond welke werden gemaakt van de verdachte aan de [a-straat] te Groningen in september 2007".
7. De eigen waarneming van de rechtbank zoals gedaan tijdens het onderzoek ter terechtzitting op 30 oktober 2008. De rechtbank heeft verdachte gezien en waargenomen dat het goed mogelijk is dat verdachte de man is die op de prints van de camerabeelden van 22 september en
06 oktober 2007 te zien is.
8. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2008, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, opgenomen als bijlage AMB-044 van dossier 08-0490 12 (map 5), zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van verbalisant:
Door mij werd een bos sleutels, bestaande uit 7 sleutels met daaraan een sleutelhanger met 2 foto's in beslaggenomen onder verdachte [verdachte].
Wij, verbalisanten, hebben een onderzoek ingesteld of met een van de aan de sleutelbos bevindende sleutels brievenbus (sen) konden worden geopend.
Op vrijdag 25 juli 2008 werden door ons de brievenbussen gecontroleerd behorende bij de percelen [a-straat] 15 tot en met 27 gelegen te- en in gemeente Groningen. Hieruit bleek dat er met een sleutel van de in beslag genomen sleutelbos onder [verdachte], merk Silca voorzien van het nummer EU 3 de navolgende brievenbussen konden worden geopend:
15:16:17;17a;17c;17d:l7e;17g;18;18a;18b;l9b;19c;19d;19g;21;21a;22;22a;23;23a;24;24a:25a en 26. Brievenbus 17f kon worden geopend met de sleutel van het merk LS 17 van bedoeld sleutelbos.
9. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 oktober 2008, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, opgenomen als bijlage 02 van dossier 08-049012, zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van [betrokkene 1], wonende te Groningen, [a-straat] 19c te Groningen:
Ik doe aangifte van diefstal. Het weggenomene behoort mij geheel in eigendom toe. Niemand had het recht of de toestemming dit goed weg te nemen. De diefstal vond als volgt plaats:
Op woensdag 01 oktober 2008 werd ik gebeld door de [betrokkene 2] van de Noordelijke Recherche Eenheid met de vraag of ik post mis. Mijn gegevens waren namelijk gebruikt voor een aanvraag van een creditcard bij American Express. Op advies van [betrokkene 2] heb ik mijn salarisstroken van mijn werkgever [B] te Westerbroek gecontroleerd. Ik zag dat mijn salarisstrook van periode 6, juni 2008, ontbreekt. Ik vermoed dat mijn salarisstrook van juni 2008, die ik omstreeks 22/23 van de maand altijd ontvang, uit mijn brievenbus is weggenomen. Ik heb zelf ook geen creditcard bij een maatschappij aangevraagd.
10. Een geschrift, zijnde een aangifte, opgesteld en ondertekend op 15 augustus 2008 door [betrokkene 7] namens International Card Services BV te Diemen, (vindplaats: opgenomen als AAN-50 in het dossier 08-049012), zakelijk weergegeven inhoudende:
Hierbij doe ik, [betrokkene 7], geboren op [geboortedatum] 1965 te [geboorteplaats], namens International Card Services BV aangifte van oplichting en valsheid in geschrifte. International Card Services BV geeft creditcards uit, Visa Cards en MasterCards, onder licentie van Visa Europe en MasterCard Europe.
In de maanden juli en augustus 2008 zijn er bij de afdeling Risicobeheersing van International Card Services BV diverse meldingen binnengekomen vanuit Groningen van frauduleuze handelingen met betrekking tot aanvragen van creditcards uit de [a-straat] te Groningen.
Aanvraag Visa Card [betrokkene 1]:
Op 27 juni 2008 werd door de afdeling Kaartacceptatie van International Card Services BV een aanvraag voor een Visa Card ontvangen. Deze aanvraag stond op naam van:
[betrokkene 1]
[geboortedatum]-1965
[a-straat] 25
[woonplaats]
Gezien de eerdere ervaringen is deze aanvraag (bijlage 3) aan een extra controle onderworpen door de afdeling Risicobeheersing. Uit deze controle kwam ondermeer naar voren dat:
• het opgegeven Postbanknummer niet op dit adres staat vermeld
• de tenaamgestelde van de aanvraag niet op dit adres woonachtig is
• het een man betreft welke ook een meisjesnaam opgeeft.
Op grond van voornoemde bevindingen is deze aanvraag voor de creditcard als frauduleus onderkend en als zodanig verder behandeld. De creditcard is niet verstrekt aan de aanvrager en er hebben dus ook geen frauduleuze transacties mee plaatsgevonden.
Aanvraag MasterCard [betrokkene 1]
Op 27 juni 2008 werd door de afdeling Kaartacceptatie van International Card Services BV een aanvraag voor een MasterCard ontvangen. Deze aanvraag stond op naam van:
[betrokkene 1]
[geboortedatum]-1965
[a-straat] 25
[woonplaats]
Gezien de eerdere ervaringen is deze aanvraag aan een extra controle onderworpen door de afdeling Risicobeheersing. Uit deze controle kwam ondermeer naar voren dat:
• het opgegeven Postbanknummer niet op dit adres staat vermeld
• de tenaamgestelde van de aanvraag niet op dit adres woonachtig is.
Op grond van voornoemde bevindingen is deze aanvraag voor de creditcard als frauduleus onderkend en als zodanig verder behandeld. De creditcard is niet verstrekt aan de aanvrager en er hebben dus ook geen frauduleuze transacties mee plaatsgevonden.
Een kopie van het aanvraagformulier evenals de bij de aanvraag gevoegde stukken zijn als bijlage 4 gevoegd bij deze aangifte.
11. Een geschrift, zijnde een aanvraagformulier (bijlage 3 bij de aangifte van ICS) voor een Visa Card, ingediend door [betrokkene 1], inhoudende:
(...)
12. Een geschrift, zijnde een aanvraag voor een creditcard (bijlage 4 bij de aangifte van ICS), ingediend door [betrokkene 1]:
(...)
13. Een hoofdproces-verbaal met het nummer 08-049012, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend op
4 september 2008 door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van verbalisant:
Onder [verdachte] is een mobiele telefoon, merk Nokia, inbeslaggenomen.
14. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 oktober 2008, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, opgenomen als bijlage 18A van dossier 08-049012 (map 2), zakelijk weergegeven inhoudende als bevinding van verbalisant:
Door collega [betrokkene 2] werd een gsm telefoontoestel voor onderzoek ter beschikking gesteld van het merk Nokia, type 1600. Na invoering van de PIN-code [pincode] kon ongehinderd toegang worden verkregen tot het geheugengebied van de SIM-kaart en die van het gsm-toestel. Tijdens handmatig onderzoek werd door mij een aantal gegevens aangetroffen (zie bijlage handmatig uitgelezen gegeven Nokia 1600 (verdachte [verdachte]).
15. Een geschrift, zijnde een onderzoeksrapport als bijlage bij het vorige bewijsmiddel van het handmatig uitlezen van een telefoon Nokia 1600, (het hof begrijpt: in beslaggenomen onder:) verdachte [verdachte].
Op 20 juli 2008 is vanaf deze telefoon het bericht verzonden aan […] +3106-[001]:
'[betrokkene 1], [geboortedatum]-1965, sof. [002]'.
Een proces-verbaal van verhoor d.d. 24 juli 2008, in de wettelijke vorm opgemaakt en ondertekend door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, opgenomen als bijlage in map 7 (met opschrift: Bijlagen 2 t/m 8 .... verklaringen van verdachten en getuigen) van dossier 08-049012, zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van verdachte:
V: Ben jij ook in het bezit van een mobiele telefoon?
A: Ja.
V: Wat is het nummer en pincode.
A: 06-[003], [pincode]."
2.2.3.
Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring voorts het volgende overwogen:
"Op 27 juni 2008 is bij International Card Service BV (hierna: ICS) een aanvraag voor een VISAcard en een aanvraag voor een Mastercard op naam van [betrokkene 1] gedaan. Omdat het opgegeven Postbanknummer niet op het adres dat op de aanvraag werd opgegeven vermeld is en de tenaamgestelde van de aanvraag niet op het in de aanvraag vermelde adres woonachtig is, wordt de aanvraag door ICS als frauduleus aangemerkt.
Op 1 oktober 2008 doet [betrokkene 1], wonende op het adres [a-straat] 19c, aangifte van diefstal van zijn salarisstrook betreffende de maand juni 2008. Voorts verklaart hij dat hij geen aanvragen voor creditcards heeft ingediend bij ICS.
Onder verdachte zijn na diens aanhouding sleutels in beslag genomen die passen op diverse brievenbussen, waaronder een sleutel die past op de brievenbus van [betrokkene 1], wonende aan de [a-straat] 19c.
Uit onderzoek in de telefoon van verdachte blijkt voorts dat van de telefoon van verdachte op 20 juli 2008 een sms-bericht is verstuurd aan een derde, genaamd […], met als inhoud: '[betrokkene 1]...[geboortedatum]-1965...sofi [002]'. Gegevens die ook op de aanvragen vermeld zijn.
Uit vorenstaande feitelijke gang van zaken volgt dat bij [betrokkene 1], wonende aan de [a-straat] 19c een salarisstrook is gestolen, er bij ICS frauduleuze aanvragen zijn gedaan op naam van genoemde [betrokkene 1] waarop het sofi-nummer en geboortedatum van [betrokkene 1] worden vermeld, gegevens die ook - zij het op een later moment - in de telefoon van verdachte worden aangetroffen en verdachte in het bezit was van een sleutel die past op de brievenbus van [betrokkene 1]. Op grond van de eigen waarneming van de rechtbank in samenhang bezien met de verklaringen van de getuigen [betrokkene 5] en [betrokkene 6] stelt het hof voorts vast dat verdachte de persoon is die een half jaar eerder op de prints die door het observatieteam gemaakt zijn, is afgebeeld en ten aanzien van wie gerelateerd wordt dat hij aan de [a-straat] in Groningen poststukken uit brievenbussen wegneemt.
Het hof is op grond van het vorenstaande van oordeel dat boven redelijke twijfel verheven is dat geen ander dan verdachte een poststuk uit de brievenbus van [betrokkene 1] op het adres [a-straat] 19c heeft gehaald. Concrete feiten en omstandigheden die tot een ander oordeel nopen zijn door of namens verdachte niet gesteld noch gebleken.
Het hof acht echter op grond van vorenstaande niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de persoon is geweest die, al dan niet tezamen met (een) ander(en), de aanvraagformulieren (valselijk) heeft opgesteld, (valselijk) heeft gebruikt en heeft ingediend bij ICS en zal verdachte derhalve ten aanzien van het onder 2, 3 en 4, telkens primair, ten laste gelegde vrijspreken.
Wel acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte medeplichtig is aan poging tot oplichting, valsheid in geschrift en het gebruik maken van een vals geschrift door voornoemd poststuk uit de brievenbus te halen, de daarop vermelde gegevens alsmede de naam van [betrokkene 1], zijn geboortedatum en sofi-nummer aan de pleger(s) van voornoemde delicten te verstrekken. Het feit dat verdachte ook nadien gegevens betreffende [betrokkene 1] aan derden heeft doorgegeven, sterkt het hof in de overtuiging dat ook de bij de aanvragen bij ICS gebruikte gegevens van verdachte afkomstig zijn."
2.3.
Het Hof heeft geoordeeld dat de verdachte medeplichtig is aan poging tot oplichting, valsheid in geschrift en het gebruik maken van een vals geschrift door een poststuk, te weten de salarisstrook betreffende de maand juni 2008 van de aangever [betrokkene 1] uit diens brievenbus aan de [a-straat] 19c te halen, en de daarop vermelde gegevens alsmede de naam van [betrokkene 1], diens geboortedatum en sofi-nummer aan de pleger(s) van voornoemde delicten te verstrekken. Dit oordeel is, mede gelet op de door het Hof vastgestelde omstandigheden dat (i) de verdachte al eerder poststukken uit brievenbussen aan de [a-straat] had weggenomen, (ii) hij bij zijn aanhouding in het bezit was van een sleutel die past op de brievenbus van [betrokkene 1] en (iii) hij een sms-bericht aan een derde persoon had verstuurd met de naam van [betrokkene 1], diens geboortedatum en sofinummer, niet onbegrijpelijk. De bewezenverklaring is naar de eis der wet met redenen omkleed.
2.4.
De klacht faalt.

3.Beoordeling van de middelen voor het overige

De middelen kunnen ook voor het overige niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen in zoverre niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
26 november 2013.