ECLI:NL:HR:2013:1417

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 november 2013
Publicatiedatum
22 november 2013
Zaaknummer
12/05578
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake herziening belastingzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 november 2013 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van een belanghebbende uit België tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van het Gerechtshof, gedateerd 10 juni 2010, met nummer 04/03030. De belanghebbende heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof van 24 oktober 2012, nummer 11/00934, en heeft daarbij een middel voorgesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het slaagt op de gronden die zijn vermeld in een eerder arrest (nummer 12/05565) dat op dezelfde dag is uitgesproken. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Gerechtshof vernietigd en het geding terugverwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing, met inachtneming van het arrest van de Hoge Raad. Tevens heeft de Hoge Raad bepaald dat de Staat aan de belanghebbende het door deze betaalde griffierecht van € 115 vergoedt en dat de Staatssecretaris van Financiën wordt veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 354 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

Deze uitspraak is gedaan door de vice-president M.W.C. Feteris als voorzitter, samen met de raadsheren C. Schaap, M.A. Fierstra, R.J. Koopman en Th. Groeneveld, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

22 november 2013
nr. 12/05578
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z], België (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof te Amsterdamvan 24 oktober 2012, nr. 11/00934, betreffende een verzoek tot herziening van de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 10 juni 2010, nr. 04/03030.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2.Beoordeling van het middel

Het middel slaagt op de gronden die zijn vermeld in het heden in de zaak met nummer 12/05565 uitgesproken arrest van de Hoge Raad, waarvan een geanonimiseerd afschrift aan dit arrest is gehecht.

3.Proceskosten

De Staatssecretaris zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat de zaken met de nummers 12/05565, 12/05566 en 12/05580 met de onderhavige zaak samenhangen in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht.
Door het Hof zal worden beoordeeld of aan belanghebbende voor de kosten van het geding voor het Hof een vergoeding dient te worden toegekend.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verklaart het beroep in cassatie gegrond,
vernietigt de uitspraak van het Hof,
wijst het geding terug naar het Gerechtshof Amsterdam ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dit arrest,
gelast dat de Staat aan belanghebbende vergoedt het door deze ter zake van de behandeling van het beroep in cassatie betaalde griffierecht ten bedrage van € 115, en
veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op een vierde van € 1416, derhalve € 354, voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.W.C. Feteris als voorzitter, en de raadsheren C. Schaap, M.A. Fierstra, R.J. Koopman en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren en in het openbaar uitgesproken op 22 november 2013.