ECLI:NL:HR:2013:1173

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 november 2013
Publicatiedatum
13 november 2013
Zaaknummer
11/05589
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbeurdverklaring en onttrekking aan het verkeer van inbeslaggenomen voorwerpen in strafzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 november 2013 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte, geboren in 1985, had beroep ingesteld tegen de verbeurdverklaring en onttrekking aan het verkeer van verschillende inbeslaggenomen voorwerpen. De Hoge Raad oordeelde dat de eerste klacht van de verdachte, die stelde dat de inbeslaggenomen voorwerpen niet aan hem toebehoren, niet tot cassatie kon leiden. Dit omdat de verbeurdverklaring van voorwerpen die niet aan de verdachte toebehoren, hem niet in zijn vermogen treft. De Hoge Raad oordeelde echter dat het oordeel van het Hof over de verbeurdverklaring van bepaalde geldbedragen niet begrijpelijk was, omdat de benodigde motivering ontbrak. Daarnaast werd vastgesteld dat de redelijke termijn in de cassatiefase was overschreden, wat leidde tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van drie jaren en zes maanden naar drie jaren en een maand. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling van de verbeurdverklaring en onttrekking aan het verkeer van specifieke voorwerpen, terwijl het beroep voor het overige werd verworpen.

Uitspraak

12 november 2013
Strafkamer
nr. 11/05589
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 2 december 2011, nummer 21/001679-11, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. B.P. de Boer en mr. D.N. de Jonge, beiden advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest voor zover het de opgelegde maatregel tot onttrekking aan het verkeer van de witte stickers (bijlage II onder 15) en de loonafrekening, de kopie van het identiteitsbewijs en de bankpas (bijlage II onder 48) betreft en tot terugwijzing naar het Hof dan wel verwijzing naar een aangrenzend hof teneinde in zoverre opnieuw te worden berecht en afgedaan, tot vermindering van de hoogte van de opgelegde straf en tot verwerping van het beroep voor het overige.

2.Beoordeling van het eerste, het tweede, het derde, en het zesde middel

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beoordeling van het vierde middel

3.1.
Het middel klaagt over de motivering van de verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen voorwerpen vermeld in de aan het arrest gehechte bijlage II onder 4, 5, 6, 7, 10, 12, 37 en 46.
3.2.
Het Hof heeft de verdachte veroordeeld ter zake van – kort gezegd - het medeplegen van een groot aantal diefstallen (of pogingen daartoe) met braak en/of verbreking in woningen en kantoorpanden.
3.3.
De bestreden uitspraak houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, in:
"Het tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met behulp van de hierna te noemen inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen. Zij behoren de veroordeelde toe. Zij zullen daarom worden verbeurd verklaard. Tevens zijn er inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen die aan de veroordeelde toebehoren en die geheel of grotendeels door middel van het tenlastegelegde en bewezenverklaarde zijn verkregen. Zij zullen eveneens verbeurd worden verklaard. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van veroordeelde.
(...)
Beslissing
Het hof:
(...)
Verklaart verbeurd de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de in de aan dit arrest gehechte bijlage II genoemde inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 4, 5, 6, 7, 10, 12, 37 en 46."
3.4.
De aan het arrest gehechte bijlage II houdt, voor zover voor de beoordeling van de middelen van belang, in:
"4. Categorie omschrijving : Film/foto mat/optiek
Object : Bril
Merk/type : Dolce & Gabbana Rechthoekig
(...)
Bijzonderheden : Zwart met witte pootjes/rechthoekig model
Eigenaar
Geen eigenaar bekend van het inbeslaggenomene
5. Categorie omschrijving : Geluid en beeldapp/drager
Object : Communicatieapp (Telefoon)
Merk/type : Nokia 2700
(...)
Bijzonderheden : zonder batterij
Eigenaar
Geen eigenaar bekend van het inbeslaggenomene
6. Categorie omschrijving : Kleding en schoeisel
Object : Kleding (Overige)
(...)
Bijzonderheden : Beige met zwarte tekentjes gelijken op een f
Eigenaar
Geen eigenaar bekend van het inbeslaggenomene
7. Categorie omschrijving : Geluid en beeldapp/drager
Object : Communicatieapp (Simkaart)
Aantal : 2
(...)
Bijzonderheden : zaten in Nokia telefoo
Eigenaar
Geen eigenaar bekend van het inbeslaggenomene
10. Categorie omschrijving : Kleding en schoeisel
Object : Schoeisel (Pantoffel)
Eigenaar
Geen eigenaar bekend van het inbeslaggenomene
12. Object : Bril
(...)
Merk : Cd
Kleur : Wit
(...)
37. Categorie omschrijving : Geld
Object : Nederlands
Bijzonderheden : 30 gld (3 x bankbiljet van 10 gld)
Eigenaar:
Achternaam : [verdachte]
46. Categorie omschrijving : Geld
Object : Buitenlands
(...)
Bijzonderheden : 5 pond (engels),
23 pond (egypte),
25 piastres
Eigenaar:
Achternaam : [verdachte]"
3.5.
Het middel klaagt onder meer dat, in aanmerking genomen dat uit de aan het arrest gehechte bijlage II waarnaar het Hof verwijst, blijkt dat van de inbeslaggenomen voorwerpen 4, 5, 6, 7, 10 en 12 (te weten: een bril, een telefoon, een kledingstuk, twee simkaarten, vier pantoffels en nog een bril) geen eigenaar bekend is, het oordeel van het Hof dat de verbeurd te verklaren voorwerpen aan de verdachte toebehoren niet zonder meer begrijpelijk is.
3.6.
Die klacht strekt kennelijk ten betoge dat de hiervoor genoemde inbeslaggenomen voorwerpen de verdachte niet toebehoren. Daarvan uitgaande moet worden geoordeeld dat de verdachte bij zijn klacht over de motivering van de verbeurdverklaring geen rechtens te respecteren belang heeft. Verbeurdverklaring van voorwerpen die een verdachte niet (zouden) toebehoren als bedoeld in art. 33a Sr treft hem immers niet in zijn vermogen. Het middel kan voor zover het betrekking heeft op de verbeurdverklaring van de voorwerpen vermeld onder 4, 5, 6, 7, 10 en 12 van bijlage II dan ook niet tot cassatie leiden (vgl. HR 12 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1897).
3.7.
Voor zover het middel betrekking heeft op de verbeurdverklaring van de onder 37 en 46 van bijlage II vermelde geldbedragen, is het terecht voorgesteld. Het oordeel van het Hof dat de bewezenverklaarde feiten zijn begaan met behulp van die voorwerpen dan wel dat die voorwerpen geheel of grotendeels door middel van die feiten zijn verkregen, is zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk.

4.Beoordeling van het vijfde middel

4.1.
Het middel klaagt over de motivering van de onttrekking aan het verkeer van een aantal van de in de aan het arrest gehechte bijlage II genoemde inbeslagenomen voorwerpen.
4.2.
De bestreden uitspraak houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, in:
"De hierna te noemen inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen zijn begaan of voorbereid met behulp van deze voorwerpen. Zij zullen aan het verkeer worden onttrokken aangezien het ongecontroleerde bezit in strijd is met het algemeen belang.
(...)
Beslissing
Het hof:
(...)
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de in de aan dit arrest gehechte bijlage II genoemde inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 8, 9, 11, 14, 15, 35, 36, 38, 39 en 48."
4.3.
De aan het arrest gehechte bijlage II houdt, voor zover voor de beoordeling van de middelen van belang, in:
"8. Categorie omschrijving : Zak/tas/koffer
Object : Tas
(...)
9. Categorie omschrijving : Gereedschap
Object : Gereedschapswa
(...)
11. Object : Handgereedschap Breekijzer)
(...)
14. Categorie omschrijving : Gereedschap
Object : Hand gereedschap
Inhoud : Zwarte knijptang
15. Categorie omschrijving : kantoorartikelen
Object : Sticker
(...)
Inhoud : Witte stickers
Bijzonderheden : aangetroffen in dashboardkastje peugeot [AA-00-BB]
Eigenaar
Achternaam : [verdachte]
35. Categorie omschrijving : Gereedschap
Object : Overige
(...)
Bijzonderheden : Bahco maat 150 mm
(...)
36. Categorie omschrijving : Gereedschap
Object : Overige
(...)
Bijzonderheden : Bahco maat 200 mm
(...)
38. Categorie omschrijving : Geluid en beeldapp/drager
Object : communicatieap (Portofoon)
39. Categorie omschrijving : Geluid en beeldapp/drager
Object : Communicatieap (Zendapparatuur)
(...)
Bijzonderheden : Jammer
(...)
48. Categorie omschrijving : Boel/drukwerk/document
Object : Papier
8 (...)
Bijzonderheden : Loonafrekening, kopie id en bankpas [...]
Eigenaar
Achternaam : [verdachte]"
4.4.
Voor zover het middel betrekking heeft op de onttrekking aan het verkeer van de in de aan het bestreden arrest gehechte bijlage II genoemde inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 8, 9, 11, 14, 35, 36, 38, en 39, faalt het op de in conclusie van de Advocaat-Generaal onder 36 vermelde gronden.
4.5.
Ten aanzien van de "Witte stickers" (genummerd 15 in de bijlage) en de "Loonafrekening, kopie id en bankpas [...]" (genummerd 48 in de bijlage) is 's Hofs oordeel dat de feiten zijn begaan of voorbereid met behulp van deze voorwerpen en het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang zonder nadere motivering, welke ontbreekt, niet begrijpelijk. In zoverre slaagt het middel.

5.Beoordeling van het zevende middel

5.1.
Het middel klaagt dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM in de cassatiefase is overschreden omdat de stukken te laat door het Hof zijn ingezonden.
5.2.
Het middel is gegrond. Voorts doet de Hoge Raad in deze zaak waarin de verdachte zich in voorlopige hechtenis bevindt, uitspraak nadat meer dan zestien maanden zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Een en ander brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM is overschreden. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van drie jaren en zes maanden.

6.Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.

7.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de verbeurdverklaring van de in de aan het bestreden arrest gehechte bijlage II genoemde voorwerpen, genummerd 37 en 46 en de onttrekking aan het verkeer van de in de aan het bestreden arrest gehechte bijlage II genoemde voorwerpen, genummerd 15 en 48, alsmede wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf;
vermindert de opgelegde gevangenisstraf in die zin dat deze drie jaren en een maand beloopt;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en W.F. Groos, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
12 november 2013.