In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 november 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1967, was in cassatie gegaan tegen een eerdere veroordeling voor seksuele delicten gepleegd tegen een minderjarige. De Hoge Raad herhaalt de relevante overwegingen uit een eerdere uitspraak (ECLI:NL:HR:2010:BM2452) met betrekking tot artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Dit artikel stelt dat een bewezenverklaring niet uitsluitend mag steunen op de verklaring van één getuige, tenzij er voldoende steunbewijs is uit ander bewijsmateriaal. Het Hof had gemotiveerd dat er voldoende steunbewijs was voor de belastende verklaringen van het slachtoffer, die werd ondersteund door verklaringen van andere getuigen, waaronder de ouders van het slachtoffer en de verdachte zelf. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat de verklaringen van het slachtoffer voldoende steun vonden in het overige bewijsmateriaal en dat er geen sprake was van schending van artikel 342, tweede lid, Sv. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de verdachte, waarmee de eerdere veroordeling in stand blijft.