ECLI:NL:HR:2012:BY6050

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/00874
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over geschonden goede procesorde bij waterschapsbelastingen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 december 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende aanslagen in de waterschapsbelastingen van het waterschap Hollandse Delta voor het jaar 2009. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de opgelegde aanslagen, maar de heffingsambtenaar handhaafde deze. De Rechtbank te Dordrecht verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond. Hierop volgde hoger beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank vernietigde, het beroep gegrond verklaarde en de zaak terugwees naar de heffingsambtenaar. De belanghebbende stelde vervolgens cassatie in tegen de uitspraak van het Hof.

Tijdens de procedure bij het Hof bleek dat een deel van de correspondentie van de belanghebbende niet was aangekomen bij de behandelende kamer, waardoor deze stukken niet konden worden meegenomen in de beraadslagingen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de goede procesorde had geschonden door uitspraak te doen zonder deze stukken te beoordelen. Dit leidde tot de vernietiging van de uitspraak van het Hof, met uitzondering van de beslissing omtrent het griffierecht. De Hoge Raad verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling, waarbij de eerder niet beoordeelde stukken alsnog in de beoordeling betrokken moeten worden.

Daarnaast gelastte de Hoge Raad dat de Staat de belanghebbende het griffierecht van € 112 vergoedt, dat betaald was voor de behandeling van het beroep in cassatie. De uitspraak benadrukt het belang van een goede procesorde en de noodzaak dat alle relevante stukken in de beoordeling worden meegenomen.

Uitspraak

14 december 2012
nr. 12/00874
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 27 december 2011, nr. BK-10/00739, betreffende aanslagen in de waterschapsbelastingen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Aan belanghebbende zijn voor het jaar 2009 aanslagen in de waterschapsbelastingen van het waterschap Hollandse Delta opgelegd. De aanslagen zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraken van de heffingsambtenaar van het waterschap Hollandse Delta (hierna: de heffingsambtenaar) gehandhaafd.
De Rechtbank te Dordrecht (nr. AWB 09/735) heeft het tegen die uitspraken ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank vernietigd, het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de heffingsambtenaar vernietigd en de zaak teruggewezen naar de heffingsambtenaar. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Bij brief van 8 mei 2012 heeft het Hof het procesdossier aan de Hoge Raad aangeboden. In die brief staat onder meer het volgende:
"Bij het doornemen van het dossier ten behoeve van toezending aan uw Raad is gebleken dat een deel van de correspondentie die belanghebbende aan het Hof heeft gericht de behandelende kamer niet heeft bereikt. Derhalve hebben deze stukken ook geen onderdeel van de beraadslagingen tijdens de mondelinge behandeling kunnen vormen."
3. Ambtshalve aanwezig bevonden grond voor cassatie
Gebleken is dat door belanghebbende voor de zitting bij het Hof ingediende nadere stukken de behandelende kamer niet hebben bereikt. Door uitspraak te doen zonder beoordeling van deze stukken heeft het Hof de goede procesorde geschonden. Dit geeft aanleiding 's Hofs uitspraak ambtshalve te vernietigen opdat na verwijzing de hiervoor genoemde stukken alsnog in de beoordeling kunnen worden betrokken.
4. Beoordeling van de klachten
De ambtshalve aanwezig bevonden grond voor cassatie brengt mee dat de klachten geen behandeling behoeven.
5. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
6. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht,
verwijst het geding naar het Gerechtshof te Amsterdam ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dit arrest, en
gelast dat de Staat aan belanghebbende vergoedt het door deze ter zake van de behandeling van het beroep in cassatie betaalde griffierecht ten bedrage van € 112.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren R.J. Koopman en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 14 december 2012.