ECLI:NL:HR:2012:BY5288
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over uitstel van betaling bij gedeeltelijke betaling van de overdrachtsprijs
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbenden X en X-Y tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 9 maart 2012. De zaak betreft de toepassing van artikel 25, lid 9, van de Invorderingswet 1990, waarin wordt geregeld onder welke voorwaarden uitstel van betaling voor belastingaanslagen kan worden verleend. Belanghebbenden hebben op 18 december 2008 aandelen van A B.V. overgedragen aan hun zoon B voor een koopsom van € 394.725, waarvan een deel is voldaan en een deel is geschonken. Bij brief van 22 februari 2010 hebben zij verzocht om uitstel van betaling voor de aan hen opgelegde aanslagen inkomstenbelasting voor het jaar 2008, maar de Ontvanger heeft dit verzoek afgewezen. De Rechtbank te Breda heeft de beroepen van belanghebbenden ongegrond verklaard, en het Hof heeft deze uitspraak bevestigd. Belanghebbenden hebben vervolgens cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 7 december 2012 geoordeeld dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat de uitstelfaciliteit van artikel 25, lid 9, IW 1990 niet van toepassing is, omdat de zoon een gedeelte van de koopsom heeft voldaan. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de voorwaarden voor uitstel van betaling niet zijn vervuld, aangezien de regeling geen gedeeltelijk uitstel van betaling toestaat indien de overdrachtsprijs gedeeltelijk is voldaan. De overige middelen van belanghebbenden konden evenmin tot cassatie leiden, en de Hoge Raad heeft het beroep ongegrond verklaard. De proceskosten werden niet toegewezen.