ECLI:NL:HR:2012:BX8547
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- D.G. van Vliet
- C.H.W.M. Sterk
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van het Hof om hersteluitspraak te gelasten in belastingzaken
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 4 maart 2011, betreffende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting en een daarbij opgelegde boete. De naheffingsaanslag en de boete waren eerder door de Inspecteur gehandhaafd, maar de Rechtbank te Breda had deze uitspraken vernietigd en de naheffingsaanslag verminderd. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank, maar gaf de griffier de opdracht om een afschrift van de uitspraak aan de Rechtbank te sturen voor het doen van een hersteluitspraak. Belanghebbende stelde beroep in cassatie in, maar verzuimde de gronden van het beroep aan te voeren. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet de bevoegdheid had om de Rechtbank te gelasten een hersteluitspraak te doen. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond en vernietigde de uitspraak van het Hof, maar alleen voor het gedeelte waarin het Hof de griffier opdroeg om een afschrift van de uitspraak aan de Rechtbank te sturen. De Hoge Raad gelastte dat de Staat aan belanghebbende het griffierecht vergoedt en veroordeelde de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie. Dit arrest benadrukt de grenzen van de bevoegdheid van het Hof in belastingzaken en de noodzaak om de procesregels te volgen.