ECLI:NL:HR:2012:BX8010

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/00788
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • B.C. de Savornin Lohman
  • Y. Buruma
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie van de verdachte zonder ingediende middelen

In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van de verdachte in het beroep in cassatie. De verdachte, geboren in 1986 en wonende te [woonplaats], heeft geen schriftuur houdende middelen van cassatie ingediend binnen de wettelijk gestelde termijn. Dit beroep is ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 3 februari 2011, nummer 23/003808-08. De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep in cassatie.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de verdachte niet heeft voldaan aan het vereiste van artikel 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt dat een schriftuur houdende middelen van cassatie binnen de gestelde termijn moet worden ingediend. Aangezien de verdachte dit niet heeft gedaan, kan hij niet in het beroep worden ontvangen.

Op 30 oktober 2012 heeft de Hoge Raad der Nederlanden het arrest gewezen, waarin de verdachte niet-ontvankelijk is verklaard in het beroep. Dit arrest is uitgesproken door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de wettelijke termijnen in het strafproces.

Uitspraak

30 oktober 2012
Strafkamer
nr. S 11/00788
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 3 februari 2011, nummer 23/003808-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Middelen van cassatie zijn namens deze niet voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep in cassatie.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu de verdachte niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 437, tweede lid, Sv, zodat de verdachte in het beroep niet kan worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 30 oktober 2012.