ECLI:NL:HR:2012:BX7940
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 september 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem. De Rechtbank had op 25 januari 2011 het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de Inspecteur niet veroordeeld in de proceskosten. De Staatssecretaris stelde in cassatie dat de Rechtbank ten onrechte geen proceskostenvergoeding had toegekend, omdat belanghebbende geen rechtsbijstand van een derde had ingeroepen. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank de proceskostenvergoeding ten onrechte had toegekend, aangezien belanghebbende zelf alle proceshandelingen had verricht en er geen sprake was van beroepsmatige rechtsbijstand. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van de Rechtbank enkel voor wat betreft de beslissing omtrent de proceskosten en verklaarde het beroep in cassatie gegrond. De Hoge Raad concludeerde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten, omdat belanghebbende geen kosten had gemaakt die onder de relevante categorieën van het Besluit proceskosten bestuursrecht vielen. Dit arrest benadrukt het belang van de voorwaarden waaronder proceskosten kunnen worden vergoed in bestuursrechtelijke procedures.