ECLI:NL:HR:2012:BX7493

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/02910
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling verzoek om toelating tot schuldsaneringsregeling

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 oktober 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [verzoeker] tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. Het cassatieberoep volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 3 april 2012. De Hoge Raad verwijst naar de relevante stukken uit de feitelijke instanties, waaronder het vonnis van de rechtbank en het arrest van het hof. De Advocaat-Generaal J. Wuisman heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet kunnen leiden tot cassatie. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), waaruit blijkt dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft derhalve geen nadere motivering van zijn oordeel gegeven.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof in stand blijven. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, en is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in het kader van de schuldsaneringsregeling en de beoordeling van verzoeken daartoe.

Uitspraak

12 oktober 2012
Eerste Kamer
12/02910
EE/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. J.H. van Gelderen.
Verzoeker tot cassatie zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 510789/FT-RK 12.346 van de rechtbank Amsterdam van 3 april 2012,
b. het arrest in de zaak 200.104.986/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 4 juni 2012.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, als voorzitter, C.E. Drion en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 12 oktober 2012.