ECLI:NL:HR:2012:BX7198
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- C.B. Bavinck
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om uitstel conclusie van repliek in belastingzaak
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 18 november 2011, betreffende aanslagen in de inkomstenbelasting, premie volksverzekeringen en de premie Zorgverzekeringswet voor het jaar 2007. De Inspecteur had de aanslagen gehandhaafd na bezwaar, waarna de Rechtbank te Breda het beroep ongegrond verklaarde. Belanghebbende ging in hoger beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank vernietigde en de aanslagen verminderde. Hierop heeft belanghebbende cassatie ingesteld, waarbij verschillende klachten zijn aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in.
De Hoge Raad heeft op 14 september 2012 uitspraak gedaan. Het verzoek van de gemachtigde van belanghebbende om verlenging van de termijn voor het indienen van de conclusie van repliek werd afgewezen. De Hoge Raad oordeelde dat een termijn van vier weken voldoende is voor een reactie op het verweerschrift, en dat de afwezigheid van de gemachtigde wegens vakantie geen bijzondere omstandigheid vormt die een verlenging rechtvaardigt.
De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft geen nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard.