ECLI:NL:HR:2012:BX5005
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem inzake strafzaak
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, dat op 15 februari 2011 is gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1968. De verdachte heeft het beroep ingesteld, vertegenwoordigd door mr. V.C. van der Velde, advocaat te Almere. In de schriftuur zijn middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Op 25 september 2012 heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Het arrest is gewezen door vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren W.F. Groos en J. Wortel, en in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart. De uitspraak is gepubliceerd onder ECLI:NL:HR:2012:BX5005.