ECLI:NL:HR:2012:BX1304

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/00617
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging uithuisplaatsing jeugdige in inrichting voor gesloten jeugdzorg

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juli 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de machtiging tot uithuisplaatsing van een jeugdige in een inrichting voor gesloten jeugdzorg. De zaak is voortgekomen uit een eerdere beschikking van het gerechtshof te Amsterdam van 1 november 2011, waartegen de jeugdige beroep in cassatie heeft ingesteld. De Hoge Raad verwijst naar de beschikking van het hof en de eerdere beschikking van 24 juni 2011, waarin relevante rechtsvragen zijn behandeld. De jeugdige, aangeduid als verzoeker, heeft geen verweerschrift ingediend, en ook de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden, als verweerder, is niet verschenen in deze procedure.

De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer was om het beroep te verwerpen. De Hoge Raad heeft de aangevoerde klachten in de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven. De uitspraak benadrukt het belang van de rechtszekerheid en de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van de rechtsontwikkeling in het familierecht.

Uitspraak

13 juli 2012
Eerste Kamer
12/00617
TT/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De jeugdige],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. M-J.E. de Boorder-Gilsing,
t e g e n
STICHTING BUREAU JEUGDZORG HAAGLANDEN,
gevestigd te Zoetermeer,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen,
e n t e g e n
[De belanghebbende],
wonende te [woonplaats],
BELANGHEBBENDE in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de jeugdige, Bureau Jeugdzorg en de belanghebbende.
1. Het geding
Voor het verloop van het geding tot dusver verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak HR 10/04946 van de Hoge Raad der Nederlanden van 24 juni 2011;
b. de beschikking in de zaak 200.089.756/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 1 november 2011.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het tweede geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de jeugdige beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
Bureau Jeugdzorg en de belanghebbende hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 13 juli 2012.