ECLI:NL:HR:2012:BX0909

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/03492
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over werkloosheidsuitkering en dagloonregels

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juli 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de werkloosheidsuitkering van belanghebbende, die in eerste instantie door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) was toegekend. De zaak begon met een besluit van het Uwv op 10 april 2009, waarbij belanghebbende een werkloosheidsuitkering werd toegekend met ingang van 9 maart 2009, berekend op een dagloon van € 42,37. Na bezwaar van belanghebbende heeft het Uwv de duur van de uitkering verlengd tot 30 maanden, maar het dagloon bleef ongewijzigd. De Rechtbank te Haarlem heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en het Uwv opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, maar het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.

Het Uwv heeft vervolgens op 17 december 2010 het dagloon verhoogd tot € 59,32. Belanghebbende ging in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep, die de uitspraak van de Rechtbank gedeeltelijk vernietigde en het beroep tegen het besluit van 17 december 2010 ongegrond verklaarde. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van de Centrale Raad.

De Hoge Raad oordeelde dat beroep in cassatie tegen uitspraken van de Centrale Raad over besluiten op grond van de Werkloosheidswet (WW) slechts mogelijk is bij schending of verkeerde toepassing van regels over het begrip verzekerde en de regeling over het begrip loon. De Hoge Raad concludeerde dat de klachten van belanghebbende niet gericht waren op schending van deze bepalingen, en dat de inhoudelijke klachten niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

13 juli 2012
nr. 11/03492
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 22 juni 2011, nrs. 10/5409WW, 11/748WW, 11/749WW, 11/751WW en 11/2035WW, betreffende besluiten ingevolge de Werkloosheidswet (hierna: de WW).
1. Het geding in feitelijke instanties
Bij besluit van 10 april 2009 heeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: het Uwv) aan belanghebbende een uitkering (hierna: de werkloosheidsuitkering) op grond van de WW toegekend met ingang van 9 maart 2009 voor de duur van drie maanden en berekend naar een dagloon van € 42,37.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft het Uwv bij besluit van 2 oktober 2009 de duur van de werkloosheidsuitkering verlengd tot 30 maanden en het dagloon niet gewijzigd.
De Rechtbank te Haarlem (nrs. 09/5122, 09/5617 en 09/5612) heeft het tegen die beslissing ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak van het Uwv vernietigd, bepaald dat het Uwv met inachtneming van haar uitspraak een nieuwe beslissing op bezwaar dient te nemen en het verzoek van belanghebbende om schadevergoeding afgewezen.
Het Uwv heeft ter uitvoering van de uitspraak van de Rechtbank bij besluit van 17 december 2010 het voor de werkloosheidsuitkering in aanmerking te nemen dagloon verhoogd tot € 59,32.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij de Centrale Raad.
De Centrale Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd voor zover niet is beslist op het verzoek om veroordeling tot schadevergoeding en het beroep tegen het besluit van 17 december 2010, voor zover dat ziet op de werkloosheidsuitkering, ongegrond verklaard. De uitspraak van de Centrale Raad is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Centrale Raad beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3. Beoordeling van de klachten
3.1. De Centrale Raad heeft geoordeeld dat de overwerkvergoeding waarop belanghebbende recht had over de periode 1 januari 2008 tot 25 oktober 2008, niet tot zijn dagloon kan worden gerekend met toepassing van artikel 2, lid 4, van het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen (hierna: het Besluit). Daartoe heeft de Centrale Raad overwogen dat belanghebbende niet heeft aangetoond dat die overwerkvergoeding niet inbaar was. Hiertegen richten zich de klachten.
3.2. Bij de beoordeling van de klachten moet worden vooropgesteld dat beroep in cassatie tegen uitspraken van de Centrale Raad over besluiten op grond van de WW op grond van artikel 129d, lid 1, van die wet slechts mogelijk is wegens schending of verkeerde toepassing van regels over het begrip verzekerde, en van de regeling over het begrip loon in artikel 14, lid 1, van die wet.
3.3. De inhoudelijke klachten van belanghebbende zijn gericht tegen de wijze waarop de Centrale Raad toepassing heeft gegeven aan artikel 2, lid 4, van het Besluit, een voorschrift waarin voor de bepaling van het dagloon wordt afgeweken van het loonbegrip in artikel 14, lid 1, van de WW. Dergelijke klachten betreffen niet de schending van het genoemde loonbegrip (vgl. HR 19 november 1958, nr. 6, BNB 1959/3). Evenmin betreffen die klachten de schending van enige andere in artikel 129d, lid 1, van de WW vermelde bepaling. Belanghebbendes inhoudelijke klachten kunnen daarom niet tot cassatie leiden.
3.4. Hetzelfde geldt voor zijn klacht met betrekking tot de wijze waarop de Centrale Raad het nadere besluit van het Uwv van 17 december 2010 heeft behandeld. Ook daarbij gaat het niet om toepassing van enige in artikel 129d, lid 1, van de WW bedoelde bepaling.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.W.C. Feteris als voorzitter, en de raadsheren R.J. Koopman en G. de Groot, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2012.