ECLI:NL:HR:2012:BX0590
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem inzake strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, gedateerd 10 augustus 2010, met nummer 21/001922-09. De verdachte, geboren in 1969, heeft zijn beroep in cassatie laten indienen door zijn advocaat, dr. D.J.P.M. Vermunt, te Arnhem. De schriftuur met de middelen van cassatie is aan het arrest gehecht en maakt daar deel van uit. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de ingediende middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Het arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en W.F. Groos, en is uitgesproken op 26 juni 2012. Dit arrest bevestigt de eerdere uitspraak van het Gerechtshof en onderstreept de afwijzing van de cassatiemiddelen.