ECLI:NL:HR:2012:BX0334

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/00671
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg garantieverklaring als borgstelling en ongeldigverklaring borgtochtovereenkomst

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 september 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door GAME HEVEX AUTOMATEN EXPLOITATIE B.V. tegen een eerdere uitspraak van het gerechtshof Arnhem. De zaak betreft de uitleg van een garantieverklaring als borgstelling en de geldigheid van een borgtochtovereenkomst, waarbij de Hoge Raad zich heeft gebogen over de toepassing van de artikelen 7:857 en 7:858 van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad heeft de eerdere arresten van het hof bekrachtigd, waarbij het hof had geoordeeld dat de borgtochtovereenkomst ongeldig was. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel werd onderbouwd met de overweging dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de eiseres in cassatie, Hevex, veroordeeld in de kosten van het geding, die zijn begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokken partijen zijn aangeduid als Hevex en de verweerder.

Uitspraak

28 september 2012
Eerste Kamer
11/00671
DV/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
GAME HEVEX AUTOMATEN EXPLOITATIE B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
EISERES tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. P. Garretsen,
thans mr. K. Aantjes,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Hevex en [verweerder].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in het incident in de zaak 154506/HA ZA 07-638 van de rechtbank Arnhem van 11 juli 2007;
b. de vonnissen in de zaak 500426\CV EXPL 07-4553 van de kantonrechter te Arnhem van 24 september 2007 en 28 januari 2008;
c. de arresten in de zaak 200.004.469 van het gerechtshof te Arnhem van 23 juni 2009 en 6 juli 2010.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de arresten van het hof heeft Hevex beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Hevex in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.A. Loth en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 28 september 2012.