ECLI:NL:HR:2012:BW9863

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/00249
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opschorting van bezoekregeling voor onder toezicht gestelde kinderen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 september 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de opschorting van een bezoekregeling voor onder toezicht gestelde kinderen. De vader, die in cassatie ging, had eerder een verzoek ingediend tegen de beschikking van het gerechtshof te Leeuwarden, waarin de bezoekregeling was vastgesteld. De vader was vertegenwoordigd door zijn advocaat, aanvankelijk mr. P. Garretsen en later mr. K. Aantjes. De Stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg was de verweerder in cassatie, maar verscheen niet ter zitting. Ook de moeder van de kinderen was niet verschenen, hoewel zij als belanghebbende was opgeroepen.

De Hoge Raad verwees naar de eerdere beschikkingen van de kinderrechter en het gerechtshof, die op respectievelijk 13 april 2011 en 6 oktober 2011 waren gegeven. De advocaat-generaal J.L.R.A. Huydecoper had geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel waren aangevoerd, niet konden leiden tot cassatie. Dit was volgens de Hoge Raad niet nodig, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De beslissing van de Hoge Raad was dat het beroep van de vader werd verworpen. Deze beschikking werd openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, en de uitspraak werd gedaan door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens als voorzitter, C.A. Streefkerk en G. Snijders.

Uitspraak

14 september 2012
Eerste Kamer
12/00249
DV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De vader],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. P. Garretsen, thans mr. K. Aantjes,
t e g e n
STICHTING LEGER DES HEILS WELZIJNS- EN GEZONDHEIDSZORG,
kantoorhoudende te Groningen,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen,
als belanghebbende mede opgeroepen
[De moeder],
wonende te [woonplaats],
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vader, de Stichting en de moeder.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak 80851/FA RK 10-1934 van de kinderrechter te Assen van 13 april 2011;
b. de beschikking in de zaak 200.090.643 van het gerechtshof te Leeuwarden van 6 oktober 2011.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de vader beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Stichting en de moeder hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het cassatieberoep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.A. Streefkerk en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 14 september 2012.