ECLI:NL:HR:2012:BW9817
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- M.W.C. Feteris
- R.J. Koopman
- Th. Groeneveld
- Rechtspraak.nl
Ongelijke behandeling van pensioenen en lijfrenten in de inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X-Y te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 8 november 2011, met nummer BK-11/00040, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2006. De Inspecteur had de aanslag na bezwaar gehandhaafd, waarna belanghebbende beroep instelde bij de Rechtbank te 's-Gravenhage. De Rechtbank verklaarde zich onbevoegd, wat leidde tot hoger beroep bij het Hof. Het Hof vernietigde de uitspraak van de Rechtbank en verklaarde het beroep ongegrond. Belanghebbende ging in cassatie tegen deze uitspraak, waarbij verschillende klachten werden aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in, en de Advocaat-Generaal R.E.C.M. Niessen concludeerde op 12 juni 2012 tot ongegrondverklaring van het cassatieberoep. De Hoge Raad beoordeelde de klachten en oordeelde dat deze falen op de gronden die zijn weergegeven in een eerder arrest (11/05684), waarvan een kopie aan dit arrest is gehecht. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verklaarde het beroep in cassatie ongegrond. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 12 oktober 2012.