ECLI:NL:HR:2012:BW9186
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Hertogenbosch in strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 27 oktober 2010 werd gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1969. De verdachte heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. A.C.J. Lina, die middelen van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal, mr. Vellinga, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De benadeelde partij heeft ook schriftelijk commentaar gegeven op het beroep, vertegenwoordigd door mr. Y.W.A.M. van der Koelen.
De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de zaak niet verder in behandeling neemt en het beroep verwerpt.
Het arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren W.F. Groos en J. Wortel, en is uitgesproken op 26 juni 2012. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van het Gerechtshof en sluit de mogelijkheid van cassatie af.